ECLI:NL:GHARN:2001:AD6856

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
14 november 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
95-01343
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T.J. Matthijssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingrechtelijke geschil over fytotherapeutische producten en naheffingsaanslag omzetbelasting

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 14 november 2001, betreft het een beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V. tegen de beslissing van de Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen [P] inzake een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari 1994 tot en met 31 december 1994. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 november 1996 en 4 september 1997, waarbij de belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar directeur en een apotheker. De Commissie Toepassing Fytotherapeutica te Den Haag had eerder geadviseerd over de classificatie van fytotherapeutische producten, waaronder Bach's flower remedies, die door de staatssecretaris van Financiën op één lijn werden gesteld met kruidenpreparaten. Het Hof oordeelde dat de producten onder tabelpost a 1 konden worden gerangschikt, wat leidde tot de conclusie dat het beroep van de belanghebbende gegrond was. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en de opgelegde naheffingsaanslag, en veroordeelde de Inspecteur tot vergoeding van de proceskosten van de belanghebbende ter hoogte van ƒ 1257,50. Tevens werd gelast dat de Ambtenaar het door de belanghebbende gestorte griffierecht van ƒ 75,- vergoedt. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar partijen kunnen binnen vier weken verzoeken om een schriftelijke vervanging van de uitspraak.

Uitspraak

IV
Gerechtshof Arnhem
vierde enkelvoudige belastingkamer
nummer 95/01343
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V.
te : [Z]
verweerder : de Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen [P]
aangevallen beslissing : itspraak op bezwaar tegen naheffingsaanslag nummer [...]
soort belasting : omzetbelasting
tijdvak : 1 januari 1994 tot en met 31 december 1994
mondelinge behandeling : te Harderwijk op 29 november 1996 en op 4 september 1997
waarbij verschenen : namens belanghebbende […], directeur van belanghebbende [belanghebbendes gemachtigde], vergezeld door [een apotheker], tot bijstand, en [de Inspecteur]
gronden:
Gelet op het standpunt van de in dezen als deskundig aan te merken Commissie Toepassing Fytotherapeutica te Den Haag ( zie brief van de Inspecteur van 23 april 1999) en het standpunt van de staatssecretaris van Financiën dat fytotherapeutische producten op één lijn worden gesteld met kruidenpreparaten (zie brief van de Inspecteur van 30 november 1998), kunnen de onderhavige producten ( Bach's flower remediën) onder tabelpost a 1 worden gerangschikt.
slotsom:
Het beroep van belanghebbende is gegrond.
proceskosten:
Het Hof berekent belanghebbendes proceskosten in overeenstemming met het Besluit fiscale procedures op (3,5 x ƒ 710,- x 0,5 ) = ƒ 1242,50, alsmede ƒ 15,- aan reis-en verblijfskosten, derhalve in totaal op ƒ 1257,50.
beslissing:
Het Gerechtshof
- vernietigt de uitspraak van de Inspecteur;
- vernietigt de opgelegde naheffingsaanslag;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van ƒ 1257,50 te vergoeden door de Staat der Nederlanden;
- gelast de Ambtenaar aan belanghebbende het door hem gestorte griffierecht van ƒ 75,- te vergoeden.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2001 door mr. T.J. Matthijssen, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van I.B. Vermeulen-Post als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(I.B. Vermeulen-Post) (T.J. Matthijssen)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 16 november 2001
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.