ECLI:NL:GHARN:2001:AD8109

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
12 december 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01-01533
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.M. van Schie
  • A.W.M. van der Waerden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening WOZ-beschikking en uitstel van betaling

In deze zaak heeft de President van het Gerechtshof Arnhem op 12 december 2001 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een WOZ-beschikking en beschikkingen op verzoeken om uitstel van betaling. De belanghebbende, aangeduid als [X], had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van 28 februari 2001 en de beschikkingen van 11 mei en 19 juni 2001. De President oordeelde dat de belanghebbende niets had aangevoerd dat duidde op een spoedeisend belang voor het verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de WOZ-beschikking. Het enkele feit dat er bezwaar was ingediend, was onvoldoende om een spoedeisend belang aan te tonen.

Daarnaast verklaarde de President zich onbevoegd om te oordelen over de beschikkingen op het verzoek om uitstel van betaling, omdat deze niet vatbaar waren voor bezwaar of beroep. Gezien deze overwegingen wees de President het verzoek af voor de WOZ-beschikking en verklaarde hij zich onbevoegd voor de beschikkingen op het verzoek om uitstel van betaling. De President merkte op dat er geen termen aanwezig waren voor een kostenveroordeling en dat het proces-verbaal opgemaakt werd door de griffier en de president. Afschriften van de uitspraak zijn aangetekend verzonden op 28 december 2001.

Uitspraak

President van het Gerechtshof te Arnhem
Belastingkamer
nummer 01/01533
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
ingevolge artikel 8:84 van de
Algemene wet bestuursrecht
belanghebbende : [X]
te : [Z]
ambtenaar : de heffingsambtenaar van de gemeente Enschede (hierna: de Ambtenaar)
aangevallen beslissingen : de WOZ-beschikking en de beschikkingen op het verzoek om uitstel van betaling
gronden:
1. Belanghebbende verzoekt, naar de President begrijpt, een voorlopige voorziening met betrekking tot de WOZ-beschikking van 28 februari 2001 alsmede met betrekking tot de beschikkingen van 11 mei en 19 juni 2001 op het verzoek tot uitstel van betaling.
2. Voor zover het verzoek de WOZ-beschikking betreft voert belanghebbende niets aan wat zou kunnen duiden op de aanwezigheid van een spoedeisend belang waarvoor, gelet op de betrokken belangen, een voorlopige voorziening is vereist. De enkel omstandigheid dat tegen die beschikking een bezwaar is ingediend, is daartoe onvoldoende.
3. Voor zover belanghebbende verzoekt om een voorlopige voorziening met betrekking tot de beschikkingen van 11 mei en 19 juni 2001 op het verzoek tot uitstel van betaling, is de President onbevoegd daarover te oordelen, nu het Hof ook niet bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak. Bedoelde beschikkingen zijn niet voor bezwaar of beroep vatbaar.
4. Nu het verzoek met betrekking tot de WOZ-beschikking gezien het hiervoor bij 2. overwogene kennelijk ongegrond is en de President met betrekking tot het verzoek om een voorlopige voorziening betreffende de beschikkingen op het verzoek tot uitstel van betaling gezien het hiervoor bij 3. overwogene kennelijk onbevoegd is, doet de President op de voet van artikel 8:83, lid 3, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder voorafgaande mondelinge behandeling.
5. De President merkt tot slot nog op dat hij met betrekking tot belanghebbendes bij fax van 18 september 2001 overigens nog vermelde bezwaar tegen een aanmaning van 31 augustus 2001 en belanghebbendes klacht tegen de gedragingen van de Ambtenaar, welke buiten het kader van het onderhavige verzoek om een voorlopige voorziening vallen, eveneens niet bevoegd is.
proceskosten:
De President acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
beslissing:
De President
- wijst het verzoek af, voor zover het de WOZ-beschikking betreft;
- verklaart zich onbevoegd, voor zover het verzoek betrekking heeft op de beschikkingen op het verzoek tot uitstel van betaling.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2001
door mr. Van Schie, fungerend president, in tegenwoordigheid van
mr. Van der Waerden als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, De president,
(A.W.M. van der Waerden) (P.M. van Schie)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 28 december 2001