ECLI:NL:GHARN:2001:AD8352

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
11 december 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00-00334
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.B.H. Röben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtmatigheid van de aanslag afvalstoffenheffing in verband met een experimentele woning

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 11 december 2001 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van een aanslag afvalstoffenheffing die was opgelegd aan de belanghebbende. De aanslag was gedateerd op 30 november 1998, terwijl het bezwaarschrift van de belanghebbende was gedateerd op 27 november 1998. De Ambtenaar stelde dat het bezwaarschrift pas op 29 maart 1999 was ontvangen, maar de belanghebbende betwistte dit en stelde dat hij het bezwaarschrift tijdig had ingediend. Het Hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om aan de stelling van de belanghebbende te twijfelen, aangezien de Ambtenaar geen bewijs had over de datum van ontvangst van het bezwaarschrift.

Daarnaast werd in de zaak besproken dat de belanghebbende een experimentele woning had gebouwd, waarvoor hij in de periode van 1990 tot 2000 werkzaamheden had verricht. De woning was in 2000 gereed gemeld bij de gemeente, maar er waren nog geen binnenmuren en andere voorzieningen aanwezig. Het Hof concludeerde dat er onder de omstandigheden van de zaak sprake was van een perceel waar huishoudelijke afvalstoffen konden ontstaan, en dat de aanslag afvalstoffenheffing terecht was opgelegd aan de belanghebbende.

Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde de uitspraak van de Ambtenaar. Er werden geen termen gezien voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en het proces-verbaal werd opgemaakt door de griffier en het lid van de kamer.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
vijfde enkelvoudige belastingkamer
nummer 00/00334
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
Belanghebbende : [X]
Te : [Z]
Verweerder : de ambtenaar van de gemeente Arnhem, belast met de heffing van de gemeentelijke belastingen (hierna: de Ambtenaar)
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
Betreft : afvalstoffenheffing 1998
Nummer : […]
mondelinge behandeling : op 27 november 2001 te Arnhem
waarbij verschenen : belanghebbende, alsmede [de Ambtenaar]
gronden:
1. De aanslag is gedagtekend 30 november 1998. Bij de stukken bevindt zich een bezwaarschrift gedagtekend 27 november 1998. Volgens de Ambtenaar is dit bezwaarschrift eerst op 29 maart 1999 bij de gemeente binnengekomen. Belanghebbende betoogt dat hij het bezwaarschrift tijdig heeft ingediend.
2. Nu de Ambtenaar niet beschikt over enig bewijs omtrent de datum van ontvangst van het bezwaarschrift - het bezwaarschrift is niet afgestempeld bij binnenkomst en de enveloppe waarmee het is verzonden is niet ter beschikking - en het Hof geen aanleiding vindt om aan het door belanghebbende gestelde omtrent de indiening te twijfelen bestaat onvoldoende grond voor de conclusie dat belanghebbende te laat bezwaar heeft ingesteld.
3. Belanghebbende heeft in het kader van een prijsvraag een experimentele woning gebouwd. De werkzaamheden zijn door hemzelf verricht. De bouw is aangevangen rond 1990. In de periode 1996 tot en met 1999 was sprake van een casco-woning. Binnenmuren ontbraken nog. Er was aansluiting op water en elektriciteit Er was een provisorische voorziening voor verwarming, verwarmd water en een toilet. Een keuken, een bad of douche ontbraken. Belanghebbende heeft de woning in het jaar 2000 afgebouwd en gereed gemeld bij de gemeente.
4. Belanghebbende was vanaf 1990 op het adres van de woning, [a-weg 1 te Z], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Naar zijn zeggen heeft hij de eerste jaren naast de woning gewoond in een caravan en daarna op verschillende adressen. Hij verbleef regelmatig voor langere tijd in de woning om werkzaamheden te verrichten, daarbij heeft belanghebbende, naar hij ter zitting heeft verklaard, ook huishoudelijk afval geproduceerd.
5. Onder voormelde omstandigheden is sprake van een perceel waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan. De aanslag afvalstoffenheffing is derhalve terecht aan belanghebbende opgelegd. De omstandigheid dat belanghebbende in het jaar 2000 nog met de afdeling Bouw- en woningtoezicht van de gemeente van mening verschilde over de vraag of er sprake was van het gereed zijn van de woning mist betekenis voor de vraag of de onderhavige heffing terecht is opgelegd.
slotsom:
Het beroep is niet gegrond.
proceskosten:
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
beslissing:
Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de Ambtenaar.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2001 door mr J.B.H. Röben, lid van de vijfde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr M.M. Nuboer als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(M.M. Nuboer) (J.B.H. Röben)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 27 december 2001
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.