ECLI:NL:GHARN:2001:AD8353
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.M. Kooijmans
- A.W.M. van der Waerden
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen legesheffing voor bouwvergunning in Arnhem
In deze zaak heeft belanghebbende, [X] B.V., een aanvraag ingediend voor een bouwvergunning voor het plaatsen van een tweede tijdelijke loods op het bedrijfsterrein aan de [a-weg 1 te Z]. De gemeente Arnhem heeft op 23 maart 1998 de gevraagde vergunning verleend, waarbij leges van ƒ 999,- zijn opgelegd, inclusief ƒ 579,- voor het beoordelen van een bodemonderzoek. Belanghebbende betwist de leges voor het bodemonderzoek, omdat de onderzoeksresultaten al bij de gemeente beschikbaar waren en eerder zijn beoordeeld bij andere aanvragen.
Het Gerechtshof Arnhem heeft op 19 december 2001 uitspraak gedaan in deze zaak. Het Hof overweegt dat artikel 5, eerste lid, van de Legesverordening 1998 van de gemeente Arnhem bepaalt dat leges worden geheven volgens de tarieven in de tarieventabel. De tarieventabel vermeldt dat bij een aanvraag voor een bouwvergunning waarbij een bodemonderzoek vereist is, het tarief bestaat uit een basisbedrag plus een verhoging. Indien er al bodemonderzoeksresultaten beschikbaar zijn, wordt het basisbedrag verhoogd met de helft van het bedrag voor het bodemonderzoek.
Het Hof concludeert dat de Ambtenaar terecht leges in rekening heeft gebracht, inclusief de gereduceerde verhoging van ƒ 579,-. De stelling van belanghebbende dat er geen hernieuwde beoordeling heeft plaatsgevonden, doet hieraan niet af. Het Hof oordeelt dat de Verordening correct is toegepast en dat het beroep van belanghebbende niet gegrond is. De uitspraak van de Ambtenaar wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. De mondelinge uitspraak is gedaan door mr. J.P.M. Kooijmans, lid van de achtste enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van griffier mr. A.W.M. van der Waerden.