Uitspraak
IV
[belanghebbende]te
[woonplaats](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen te Arnhem op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de aan hem opgelegde naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting.
1.Aanslag en bezwaar
2.Geding voor het Hof
3.De vaststaande feiten
met uitzondering van het registergoedwaarop het geschil betrekking heeft, omdat dat registergoed betrekking had op een woonhuis met aan - en toebehoren.
opstalrechtals bedoeld in de artikelen 101 en volgende van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek tot het stellen en in eigendom hebben van gebouwen op een perceel grond, waarop gebouwd het woonhuis [adres] te [woonplaats] , gemeente [gemeente2] , kadastraal bekend op het moment van passeren van de akte van verdeling gemeente
[woonplaats], sectie
[Y], nummer
[nummer2], gedeeltelijk, hierna te noemen: “ het registergoed”. Voor de exacte omschrijving van het registergoed wordt verwezen naar pagina 2 van bovenvermelde productie-1.
4.Het geschil en de standpunten en de conclusies van partijen
5.Beoordeling van het geschil:
6.slotsom:
7.proceskosten:
8.beslissing:
- vernietigt de uitspraak waarvan beroep;
- vermindert de naheffingsaanslag tot een berekend naar een waarde van
- gelast de Inspecteur aan belanghebbende het door hem gestorte griffierecht van € 29 te vergoeden;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende voor een
bij dit gerechtshof(
zie voor het adres de begeleidende brief).