ECLI:NL:GHARN:2002:AE2092
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C.M. de Kroon
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van WOZ-beschikking en herbeoordeling van onroerende zaakwaarde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 februari 2002 uitspraak gedaan in een geschil over de waardevaststelling van een onroerende zaak, gelegen aan [a-straat 1 te Z]. De belanghebbende, eigenaar van de nieuwbouw woning die op 22 mei 1997 is opgeleverd, was in beroep gegaan tegen de WOZ-beschikking die door de Ambtenaar was afgegeven. De Ambtenaar had in 1997 de waarde van de woning vastgesteld op f 35.000, gebaseerd op de staat van de woning op 1 januari 1997, herrekend naar het prijspeil van 1 januari 1995. Later, op 31 maart 1998, werd een nieuwe WOZ-beschikking afgegeven, waarin de waarde van de woning werd vastgesteld op f 247.000, gebaseerd op de staat per 1 januari 1998.
Het Gerechtshof oordeelde dat de Ambtenaar ten onrechte een beschikking op basis van artikel 22, lid 1 van de Wet WOZ had afgegeven, terwijl artikel 25, lid 1 van toepassing had moeten zijn. Dit leidde tot de conclusie dat de waarde van de onroerende zaak opnieuw vastgesteld diende te worden, waarbij de hogere waarde per 1 januari 1998 en per peildatum 1 januari 1995 in aanmerking genomen moesten worden. Het Hof vernietigde de eerdere uitspraak en de onderhavige beschikking, en gelastte de Ambtenaar het griffierecht van € 36,30 aan de belanghebbende te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de Wet WOZ en de noodzaak voor de Ambtenaar om de waarde van onroerende zaken correct vast te stellen, rekening houdend met de relevante tijdstippen en wettelijke bepalingen. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor vervanging door een schriftelijke uitspraak.