ECLI:NL:GHARN:2002:AE4394
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.E. Haas
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslagen verontreinigingsheffing door eigenaar van onroerend goed zonder aansluiting op het riool
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende, eigenaar van een woning aan de [a-straat 1 te Z], tegen aanslagen verontreinigingsheffing opgelegd door het Waterschap Rijn en IJssel voor de jaren 1997, 1998 en 1999. De woning is niet aangesloten op het riool en het afvalwater van de keuken en wasmachine wordt geloosd in een slootje op het perceel van belanghebbende. Dit slootje, dat doorgaans droog staat, heeft een breedte en diepte van ongeveer 30 centimeter en is bijna dichtgegroeid. Tijdens een controle op 6 april 1999 concludeerde het Waterschap dat het slootje als oppervlaktewater moet worden aangemerkt, ondanks dat het na 100 meter is afgedamd.
Het Hof heeft vastgesteld dat het slootje niet voldoet aan de kenmerken van oppervlaktewater, omdat het doorgaans droog staat en het ecosysteem zich daar niet kan ontwikkelen. De dam die na 100 meter is geplaatst, heeft geen functie en dient enkel als afscheiding voor het perceel van belanghebbende. Het Hof oordeelt dat de aanslagen verontreinigingsheffing onterecht zijn opgelegd, omdat het slootje niet als oppervlaktewater kan worden aangemerkt volgens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de bijbehorende verordening.
De uitspraak van het Hof is dat het beroep van belanghebbende gegrond is, de eerdere uitspraak wordt vernietigd, en de belastingaanslagen worden ingetrokken. Tevens wordt de Ambtenaar gelast het griffierecht van € 27,23 aan belanghebbende te vergoeden. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 3 mei 2002 door mr. N.E. Haas, lid van de derde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mr. M.C.G.J. van Well als griffier.