ECLI:NL:GHARN:2002:AE5557
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.M. van Schie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beschikking waardevaststelling ingevolge de Wet WOZ
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 5 juni 2002 uitspraak gedaan in een geschil over de waardevaststelling van een onroerende zaak, gelegen aan [a-straat 1 te Z]. De belanghebbende, eigenaar van een nieuwbouwwoning die in 1999 is opgeleverd, had bezwaar gemaakt tegen een beschikking die was afgegeven op 1 maart 2000. Deze beschikking stelde de waarde van de woning vast op ƒ 397.000 per waardepeildatum 1 januari 1995. Na bezwaar werd de waarde door de Ambtenaar verlaagd naar ƒ 382.000, waarop de belanghebbende beroep instelde bij het Hof.
Het Hof heeft vastgesteld dat de waarde van de onroerende zaak moet worden bepaald op basis van de staat van de zaak bij het begin van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de bouw is voltooid. Aangezien de bouw in 1999 is afgerond, geldt 1 januari 2000 als de relevante datum voor de waardevaststelling. De Ambtenaar heeft ter zitting bevestigd dat deze datum is gebruikt voor de waardevaststelling.
Echter, het Hof oordeelde dat de beschikking niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat het tijdstip waarop de staat van de onroerende zaak voor de waardering is beoordeeld niet was vermeld. Dit gebrek leidde tot de conclusie dat de beschikking vernietigd moest worden. Het beroep van de belanghebbende werd gegrond verklaard, en de Ambtenaar werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die door het Hof op € 15 zijn vastgesteld. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke uitspraak.