ECLI:NL:GHARN:2002:AE8895

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
12 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01-02072
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Lamens
  • M.M. Nuboer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van aanslagen onroerende-zaakbelasting en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 september 2002 uitspraak gedaan in een geschil over onroerende-zaakbelasting. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen twee aanslagen onroerende-zaakbelasting die aan hem waren opgelegd voor de onroerende zaak gelegen aan [a-weg 1 te Z]. De aanslagen, gedateerd op 28 februari 2001, waren gebaseerd op de stelling dat het om niet-woningen ging, met een totale waarde van ƒ 527.000. De Ambtenaar had in zijn verweerschrift aangegeven dat bij nadere bestudering van de waardeopbouw was gebleken dat 72% van de totale waarde betrekking had op het woongedeelte van het object, waardoor er voor de heffing van onroerende-zaakbelasting 'wel degelijk' sprake was van een woning.

Het Hof oordeelde dat de aanduiding niet-woning in combinatie met het daarvoor geldende aanzienlijk hogere tarief een essentieel kenmerk van de aanslag is, en dat de onjuistheid daarvan tot vernietiging van de aanslag moet leiden. De Ambtenaar had de bestreden aanslagen vernietigd in een kennisgeving van herberekening/vermindering van 31 maart 2002. Het Hof concludeerde dat het beroep van de belanghebbende gegrond was, aangezien de Ambtenaar pas na indiening van het beroepschrift op een controleerbare wijze tegemoet was gekomen aan de bezwaren van de belanghebbende.

Daarnaast merkte het Hof op dat de behandeling van de belanghebbende, die als leek op dit gebied werd beschouwd, afkeurenswaardig was en dat de Ambtenaar een betekenisvol gebaar in de richting van de belanghebbende zou moeten maken. De proceskosten van de belanghebbende werden vastgesteld op € 40 aan reiskosten en € 50 aan verletkosten. Het Gerechtshof vernietigde de bestreden uitspraak en de aanslagen, gelastte de Ambtenaar om het door de belanghebbende gestorte griffierecht van € 27,23 te vergoeden, en veroordeelde de Ambtenaar tot betaling van € 90 aan proceskosten aan de gemeente Apeldoorn. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar partijen kunnen binnen vier weken verzoeken om een schriftelijke vervangende uitspraak.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
Zesde enkelvoudige belastingkamer
nummer 01/2072
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
ambtenaar : hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen te Apeldoorn
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift
soort belasting : Onroerende-zaakbelasting
jaar : 2001
mondelinge behandeling : op 29 augustus 2002 te Arnhem door mr. Lamens, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr. Nuboer als griffier
waarbij verschenen : belanghebbende, alsmede [de Ambtenaar]
gronden:
1.1. Aan belanghebbende zijn, op één aanslagbiljet verenigd, onder meer twee aanslagen onroerende-zaakbelastingen opgelegd voor de onroerende zaak [a-weg 1 te Z] (gebruiker en eigenaar). De dagtekening van de aanslagen is 28 februari 2001, vermeldt wordt dat het om niet-woningen gaat en dat de waarde ƒ 527.000 bedraagt.
De aanslagen zijn na bezwaar van belanghebbende gehandhaafd.
1.2. In het verweerschrift heeft de Ambtenaar medegedeeld dat bij nadere bestudering van de waardeopbouw gebleken is dat de delen die tezamen het woongedeelte van het object vormen 72% van de totale waarde uitmaken, waardoor voor de heffing van onroerende-zaakbelasting "wel degelijk" sprake is van een woning.
1.3. De aanduiding niet-woning in combinatie met het daarvoor geldende aanzienlijk hogere tarief is een zodanig essentieel kenmerk van een aanslag dat de onjuistheid daarvan tot vernietiging van de aanslag moet leiden. De Ambtenaar heeft bij "kennisgeving van herberekening/vermindering aanslag gemeentebelastingen" van 31 maart 2002 met convertering in euro's de bestreden aanslagen vernietigd.
1.4. Het beroep is gegrond, aangezien eerst na indiening van het beroepschrift op voor belanghebbende controleerbare wijze is tegemoetgekomen aan zijn bezwaren. Het Hof merkt nog op dat de wijze waarop belanghebbende, een leek op dit gebied, in deze procedure tot nog toe is behandeld zodanig afkeurenswaardig is dat het de Ambtenaar zou passen om in de richting van belanghebbende een betekenisvol gebaar te maken.
proceskosten:
Belanghebbendes proceskosten zijn, in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht, te berekenen op een bedrag van € 40 aan reiskosten en € 50 aan verletkosten.
beslissing:
Het Gerechtshof
- vernietigt de bestreden uitspraak,
- vernietigt de bestreden aanslagen,
- gelast dat de Ambtenaar aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht ten bedrage van € 27,23 en
- veroordeelt de Ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 90 te vergoeden door de gemeente Apeldoorn.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2002 door mr. Lamens, raadsheer, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. Nuboer als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(M.M. Nuboer) (J. Lamens)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 12 september 2002
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.