ECLI:NL:GHARN:2002:AF1252
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Parkeren zonder geldige vergunning leidt tot naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 oktober 2002 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had op 14 september 2001 geparkeerd op een locatie in Nijmegen waar parkeren alleen was toegestaan met een geldige vergunning of door betaling van parkeerbelasting. De belanghebbende beschikte over een geldige parkeervergunning, maar deze was niet op een duidelijk zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig geplaatst, zoals vereist door de aan de vergunning verbonden voorwaarden. De ambtenaar verklaarde ter zitting dat het niet zichtbaar plaatsen van de vergunning gelijkgesteld wordt aan parkeren zonder vergunning.
Het Hof oordeelde dat de belanghebbende, door de vergunning niet zichtbaar te plaatsen, niet voldeed aan de voorwaarden van de parkeervergunning. Hierdoor was de naheffingsaanslag terecht opgelegd. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en de uitspraak van de ambtenaar werd bevestigd. Het Hof achtte geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling, zoals bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. J. Lamens, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mr. M.M. Nuboer als griffier. De belanghebbende was niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 26 september 2002, hoewel hij overeenkomstig de wet was opgeroepen. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar de belanghebbende kan binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal verzoeken om vervanging door een schriftelijke uitspraak.