ECLI:NL:GHARN:2002:AF1838
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen waardebeschikkingen ingevolge de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak gaat het om een beroep van [X en X-Y] tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Barneveld met betrekking tot waardebeschikkingen ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. De belanghebbenden hebben bezwaar gemaakt tegen twee waardebeschikkingen die op 27 april 2001 zijn afgegeven, één aan [X-Y] als eigenaar en één aan [X] als gebruiker van het pand aan de [a-weg 1 te Z]. De Ambtenaar heeft op 24 mei 2002 uitspraak gedaan op het gezamenlijke bezwaarschrift van belanghebbenden, maar dit is door het Hof als onterecht beoordeeld.
Het Hof oordeelt dat de Ambtenaar in strijd met de wet heeft gehandeld door in één geschrift uitspraak te doen op het gezamenlijke bezwaarschrift van twee verschillende belastingplichtigen. De relevante artikelen uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) stellen dat bezwaar tegen meerdere beschikkingen niet in één bezwaarschrift kan worden ingediend. Het Hof vernietigt de uitspraak van de Ambtenaar en verwijst de zaak terug, zodat de Ambtenaar de bezwaarschriften kan splitsen en afzonderlijk kan behandelen.
De uitspraak is gedaan door mr. J.P.M. Kooijmans, lid van de achtste enkelvoudige belastingkamer van het Gerechtshof Arnhem. De beslissing is openbaar uitgesproken op 28 oktober 2002. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak een verzetschrift in te dienen. Het Hof heeft de proceskosten niet toegewezen, aangezien er geen beroepsmatige rechtsbijstand is verleend.