ECLI:NL:GHARN:2002:AF3199
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.B.H. Röben
- M.C.M. de Kroon
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en de herziening van ondernemingsvermogen in het belastingrecht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 28 november 2002, staat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1997 centraal. De belanghebbende, een champignonboer, heeft in 1978 het bedrijf van zijn vader overgenomen, inclusief de woning die als ondernemingsvermogen werd aangemerkt. Na het overlijden van zijn vader en het verlaten van de woning door zijn moeder, is de belanghebbende met zijn echtgenote in de woning gaan wonen. Sinds 1994 wordt de onderneming in maatschapsverband gedreven door de echtgenote van de belanghebbende. In 2002 heeft de belanghebbende de onderneming gaan verhuren vanwege rugklachten, en stelt hij dat de woning in 1996 naar privé kan worden overgebracht, wat door de Inspecteur wordt betwist.
De Inspecteur is van mening dat de woning in 1997 nog tot het ondernemingsvermogen behoort en past een huurwaarde van 3% toe in plaats van de door de belanghebbende voorgestane 1,25%. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 november 2002 trekt de belanghebbende zijn eerdere stellingen in dat de woning niet meer tot het ondernemingsvermogen gerekend had mogen worden. Het Hof overweegt dat volgens vaste jurisprudentie een belastingplichtige zijn keuze om een vermogensbestanddeel tot zijn privé- of ondernemingsvermogen te rekenen, slechts kan herzien indien bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen. Het enkele voornemen om de onderneming te verhuren, is volgens het Hof geen bijzondere omstandigheid.
Daarnaast wordt het beroep van de belanghebbende op het vertrouwensbeginsel verworpen, omdat hij niet aannemelijk maakt dat de Inspecteur door enige uiting of handelen het vertrouwen heeft gewekt dat de overbrenging van de woning naar privé mogelijk was. Het Hof concludeert dat het beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de Inspecteur. De proceskosten worden niet toegewezen, aangezien het Hof geen termen aanwezig acht voor een kostenveroordeling.