ECLI:NL:GHARN:2002:AF3862
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- M.M. Nuboer
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake inkomstenbelasting 1998
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 31 december 2002, betreft het een beroep van belanghebbende [X] tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren [P] over de inkomstenbelasting voor het jaar 1998. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 december 2002, waarbij belanghebbende en haar vader, alsmede de Inspecteur aanwezig waren. De uitspraak op het bezwaarschrift was gedateerd op 19 december 2000, maar het beroepschrift van belanghebbende werd pas op 22 maart 2001 door het Hof ontvangen, wat de termijn voor het indienen van het beroepschrift overschreed. Het Hof oordeelde dat de termijn van zes weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, niet was nageleefd.
Belanghebbende stelde dat zij de uitspraak op haar bezwaarschrift niet had ontvangen en dat er problemen waren met het postverkeer tussen haar en de Belastingdienst. De Inspecteur betwistte dit en stelde dat de uitspraak naar het juiste adres was verzonden. Het Hof liet in het midden of belanghebbende de uitspraak daadwerkelijk had ontvangen, maar oordeelde dat zij in ieder geval op of omstreeks 8 januari 2001 op de hoogte had kunnen zijn van de beslissing op haar bezwaarschrift. Door pas op 18 maart 2001 contact op te nemen met de Inspecteur, had belanghebbende de termijn voor het instellen van een rechtsmiddel laten verstrijken.
Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk. Daarnaast merkte het Hof op dat, indien de Inspecteur dit betwistte, belanghebbende aannemelijk moest maken dat zij op haar drukkende en door haar betaalde uitgaven ter zake van studie had. Dit bewijs was echter niet geleverd. De Inspecteur had wel toegezegd het belastbaar inkomen van belanghebbende ambtshalve te verminderen met f 421 aan reiskosten. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken en op 8 januari 2003 per post verzonden.