ECLI:NL:GHARN:2003:AF2988

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
7 januari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
21-001487-02
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Mr. Van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de kantonrechter in militaire strafzaken

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 7 januari 2003, stond de onbevoegdheid van de kantonrechter centraal. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van de hem ten laste gelegde overtreding. Het hof oordeelde dat de kantonrechter onbevoegd was om van de zaak kennis te nemen, omdat de verdachte ten tijde van het plegen van het feit militair was. Dit was in strijd met artikel 411, tweede lid onder a van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat in dergelijke gevallen de militaire kantonrechter bij uitsluiting bevoegd is.

Het hof stelde vast dat de militaire kantonrechter de enige bevoegde instantie was om de zaak te behandelen, zoals bepaald in de artikelen 3 juncto 2 van de Wet militaire strafrechtspraak. De enkelvoudige kamer van het hof concludeerde dat, gezien de omstandigheden, verwijzing naar de meervoudige kamer niet nodig was, omdat deze toch tot dezelfde onbevoegdverklaring zou leiden.

Daarom heeft het hof besloten om het vonnis van de kantonrechter te vernietigen en de onbevoegdheid van de kantonrechter te bevestigen. Dit arrest benadrukt het belang van de juiste rechtsgang in militaire strafzaken en de noodzaak voor de bevoegde instanties om de behandeling van dergelijke zaken op zich te nemen.

Uitspraak

Gerechtshof te Arnhem
Parketnummer: 21-001487-02
Aantekening mondeling arrest
Uitspraak van mr Van den Heuvel, lid van de enkelvoudige strafkamer, van 7 januari 2003 in de zaak tegen de verdachte
naam: [achternaam]
voornamen: [voornamen]
geboren: op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te: [adres]
VERSTEK
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep.
BEVOEGDHEID
Het hof verklaart de kantonrechter onbevoegd van de zaak kennis te nemen nu verdachte ten tijde van het plegen van het feit militair was.
BESLISSING
Het hof verklaart de kantonrechter onbevoegd van de zaak kennis te nemen.
mr Van den Heuvel
Ter terechtzitting zijn de volgende overwegingen uitgesproken:
Verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken van de hem telastegelegde overtreding. Omdat dus niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 411, tweede lid onder a Sv. kan de zaak in hoger beroep niet door de enkelvoudige kamer worden behandeld, zodat verwijzing naar de meervoudige kamer moet volgen.
Inmiddels is echter komen vast te staan dat verdachte ten tijde van de beweerdelijk gepleegde overtreding militair was in de zin van de Wet militaire strafrechtspraak, zodat ingevolge de artikelen 3 juncto 2 van die Wet de militaire kantonrechter bij uitsluiting bevoegd was om van dit feit kennis te nemen.
Omdat de meervoudige kamer na verwijzing tot geen ander oordeel zal kunnen komen dan onbevoegdverklaring van de kantonrechter te Zwolle, zal verwijzing om doelmatigheidsredenen achterwege blijven en zal de enkelvoudige kamer van het hof bedoelde onbevoegdverklaring uitspreken.