ECLI:NL:GHARN:2003:AF4584
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke beoordeling van hobby-inkomsten uit perziktakjeshandel
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 22 januari 2003, staat de belastingplicht van een hovenier centraal die in 1999 een poging deed om een handel in perziktakjes op te zetten. De belanghebbende had in dat jaar een loon uit dienstbetrekking van ƒ 42.242,- en maakte aanzienlijke kosten van ƒ 19.625,- voor zijn handelsactiviteiten, maar genereerde geen opbrengsten. De Inspecteur van de Belastingdienst betwistte de aftrekbaarheid van deze kosten, stellende dat de activiteiten niet de hobby-sfeer waren ontstegen en dat er geen significante deelname aan het economische verkeer was. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat zijn activiteiten als een bron van inkomen konden worden beschouwd. De kosten die hij had gemaakt in verband met de handel werden dan ook niet in aftrek aanvaard. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard.
De mondelinge behandeling vond plaats op 18 september 2002 en 8 januari 2003, waarbij de belanghebbende niet verscheen, ondanks een wettelijke oproep. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de Inspecteur, die op 26 oktober 2001 was genomen. Het Hof achtte geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Matthijssen, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mw. Vermeulen-Post als griffier. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal een verzoek in te dienen voor vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke uitspraak.