ECLI:NL:GHARN:2003:AF4609

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
16 januari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01-02589
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.M. van Amsterdam
  • J.J. Gankema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herzieningsbeschikking waardevaststelling WOZ en de kenbaarheid van fouten

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 16 januari 2003, betreft het een herzieningsbeschikking van de waardevaststelling ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) voor de onroerende zaak gelegen aan de [a-weg 1 te Z]. De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak, had deze op 1 november 1998 aangekocht voor ƒ 750.000. Op 31 maart 2001 ontving hij een beschikking waarin de waarde van de onroerende zaak was vastgesteld op ƒ 468.000. Later, op 11 april 2001, ontving de belanghebbende een herzieningsbeschikking waarin de waarde werd verhoogd naar ƒ 704.000, als gevolg van een typefout in de eerder vastgestelde waarde. De heffingsambtenaar van de gemeente Olst, verweerder in deze zaak, gaf aan dat de verkeerde kubieke meter prijzen waren ingevoerd door een data-entry medewerker, wat leidde tot de onjuiste waardevaststelling.

De belanghebbende betwistte in beroep niet dat er sprake was van een typefout, maar stelde dat hij niet had kunnen weten dat er een fout was gemaakt. Het Hof oordeelde echter dat de belanghebbende, gezien de aankoopprijs van de onroerende zaak, aanstonds had moeten begrijpen dat er een fout was gemaakt bij de waardebepaling. Het Hof concludeerde dat het beroep van de belanghebbende ongegrond was, omdat hij niet had aangetoond dat de fout niet kenbaar was. Het Hof achtte ook geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling.

De beslissing van het Gerechtshof werd openbaar uitgesproken en afschriften zijn op dezelfde dag verzonden. De uitspraak benadrukt het belang van de kenbaarheid van fouten in de waardevaststelling en de verantwoordelijkheden van de belanghebbende in het proces.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
negende enkelvoudige belastingkamer
nummer 01/02589 (WOZ)
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
verweerder : de heffingsambtenaar van de gemeente Olst (hierna: de Ambtenaar)
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
betreft : herzieningsbeschikking waardevaststelling ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (hierna: WOZ)
tijdvak : 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004
peildatum : 1 januari 1999
nummer : [01]
mondelinge behandeling : met schriftelijke toestemming van partijen niet gehouden
gronden:
1. Belanghebbende is gebruiker en eigenaar van de onroerende zaak aan de [a-weg 1 te Z] (hierna: de onroerende zaak). Belanghebbende heeft de onroerende zaak op 1 november 1998 gekocht voor ƒ 750.000.
2. Aan belanghebbende is met dagtekening 31 maart 2001 een voor bezwaar vatbare beschikking als bedoeld in artikel 22 WOZ gezonden. In die beschikking is de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op ƒ 468.000.
3. Aan belanghebbende is met dagtekening 11 april 2001 een herzieningsbeschikking gezonden. In die beschikking stond onder meer het volgende vermeld:
"Ik deel u mee dat de vermelde waarde van ƒ 468.000,--, betreffende het object [a-weg 1], niet correct is. Als gevolg van een typefout is de verkeerde m3 prijs ingevoerd. Hiervoor onze welgemeende excuses.
Op grond van art. 27 Wet WOZ zend ik u deze herzieningsbeschikking met de juiste waarde toe. De waarde wordt verhoogd met een bedrag van ƒ 236.000,-- tot een nieuwe waarde van ƒ 704.000,--."
4. Ter onderbouwing van zijn stelling dat sprake is van een tikfout heeft de Ambtenaar aangevoerd dat een data-entry medewerker van het taxatiebureau per vergissing de kubieke meter prijzen van het vorige WOZ-tijdvak in plaats van de kubieke meter prijzen van het huidige WOZ-tijdvak heeft ingevoerd. Voor de woning is een kubieke meter prijs van ƒ 244 in plaats van ƒ 444 ingevoerd. Voor de schuur/garage is een kubieke meter prijs van ƒ 139 in plaats van ƒ 339 ingevoerd. Belanghebbende heeft in beroep niet betwist dat sprake is van een type- of tikfout of een daarmee gelijk te stellen vergissing.
5. In beroep is slechts geschil het antwoord op de vraag of de hiervoor genoemde fout belanghebbende aanstonds kenbaar moet zijn geweest.
6. Nu belanghebbende de onroerende zaak twee maanden voor de peildatum van de onderhavige herzieningsbeschikking voor ƒ 750.000 heeft gekocht, welke prijs meer dan 50% ligt boven de waarde zoals vastgesteld in de onder 2. genoemde beschikking, is het Hof van oordeel dat de fout belanghebbende aanstonds kenbaar moet zijn geweest. Dat de verkeerd ingevoerde kubieke meter prijs niet was te herleiden uit de laatstgenoemde beschikking doet daaraan niet af.
7. Belanghebbendes beroep op het vertrouwensbeginsel stuit op het onder 6. geformuleerde oordeel dat belanghebbende aanstonds heeft moeten begrijpen dat bij de waardebeschikking een fout is gemaakt.
8. Ook overigens zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die het Hof tot een ander oordeel zouden kunnen leiden.
9. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep ongegrond.
slotsom:
Het beroep is ongegrond.
proceskosten:
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
beslissing:
Het Gerechtshof verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan op 16 januari 2003 door mr.drs. A.M. van Amsterdam, lid van de negende enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Gankema als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(J.J. Gankema) (A.M. van Amsterdam)
De beslissing is in openbaar uitspraken en afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 16 januari 2003
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.