ECLI:NL:GHARN:2003:AF5684
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van naheffingsaanslag omzetbelasting en aftrekbaarheid van belasting bij cateringdiensten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 21 januari 2003, staat de naheffingsaanslag omzetbelasting centraal die is opgelegd aan [X] Beheer BV c.s. De belanghebbende, een fiscale eenheid voor de omzetbelasting, exploiteert een groothandel in relatiegeschenken en heeft in 1999 een nieuw bedrijfspand geopend. Tijdens de opening heeft een externe cateraar het horecagedeelte verzorgd, waarvoor de belanghebbende de in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek heeft gebracht op haar verschuldigde omzetbelasting, conform artikel 2 van de Wet op de omzetbelasting 1968.
De Inspecteur van de Belastingdienst heeft echter een boekenonderzoek ingesteld en de naheffingsaanslag opgelegd, waarbij de aftrek van de omzetbelasting is gecorrigeerd. De Inspecteur beroept zich op artikel 15, vijfde lid, van de Wet, dat bepaalt dat geen aftrek plaatsvindt voor belasting die in rekening is gebracht voor spijzen en dranken die ter plaatse worden verstrekt aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijven.
De belanghebbende betwist de naheffingsaanslag en verwijst naar een arrest van de Hoge Raad uit 2000, maar het Hof oordeelt dat de situatie niet vergelijkbaar is met het aangehaalde arrest. Het Hof bevestigt dat de Inspecteur op goede gronden heeft gehandeld en dat de belasting niet in aftrek kan worden gebracht. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en het Hof ziet geen aanleiding voor een kostenveroordeling.
De uitspraak van het Hof bevestigt de beslissing op het bezwaarschrift, en de mondelinge uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. J.M. Sitsen. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar partijen kunnen verzoeken om een schriftelijke vervangende uitspraak.