ECLI:NL:GHARN:2003:AF6665
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- M.M. Nuboer
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en boete bij inkomstenbelasting navordering
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 25 februari 2003, ging het om een navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1998. De belanghebbende, [X], had bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen, die op 31 oktober 2001 was gedaan. De eerste mondelinge behandeling vond plaats op 25 september 2002, waarbij de belanghebbende en de Inspecteur aanwezig waren. De tweede mondelinge behandeling werd niet gehouden, omdat beide partijen schriftelijke toestemming gaven om dit te laten vervallen.
Het Hof oordeelde dat de Inspecteur de navorderingsaanslag ten onrechte had vastgesteld op een belastbaar inkomen van ƒ 74.817. Het Hof vernietigde de uitspraak waarvan beroep en verminderde de navorderingsaanslag tot een belastbaar inkomen van € 33.950,47. Tevens werd de boete, die oorspronkelijk 50% van de belasting was, verminderd tot een bedrag dat overeenkwam met de nagevorderde belasting. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur in de proceskosten van de belanghebbende moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 126,18 en dat het griffierecht van € 29,04 aan de belanghebbende moest worden vergoed.
De uitspraak benadrukte dat tegen de mondelinge uitspraak geen beroep in cassatie mogelijk was, maar dat partijen binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal konden verzoeken om een schriftelijke vervanging van de mondelinge uitspraak. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende opzettelijk onjuiste gegevens had verstrekt in zijn aangifte, wat leidde tot de opgelegde boete. De proceskosten werden berekend volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Matthijssen, in aanwezigheid van mr. Nuboer als griffier.