ECLI:NL:GHARN:2003:AF7400
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de status van rij-instructeur als ondernemer voor de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 13 maart 2003, stond de status van de belanghebbende als rij-instructeur centraal. De belanghebbende, die werkzaam was als rij-instructeur, had bezwaar aangetekend tegen een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen had geoordeeld dat de activiteiten van de belanghebbende niet als een onderneming konden worden aangemerkt, en dat de opbrengsten derhalve als inkomsten uit arbeid buiten dienstbetrekking moesten worden beschouwd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 februari 2003, waarbij zowel de belanghebbende als de Inspecteur aanwezig waren, werden twee geschilpunten besproken. Ten eerste werd de vraag opgeworpen of de activiteiten van de belanghebbende als rij-instructeur in het kader van een onderneming hadden plaatsgevonden. Ten tweede, indien dit het geval zou zijn, of de belanghebbende recht had op de zelfstandigenaftrek.
De Inspecteur stelde dat de belanghebbende weinig risico had gelopen, dat hij steeds voor één opdrachtgever werkte en dat hij geen bedrijfsmiddelen bezat. De belanghebbende kon deze stellingen niet voldoende weerleggen. Het Gerechtshof oordeelde dat de activiteiten van de belanghebbende niet in het kader van een onderneming hadden plaatsgevonden, waardoor hij niet als ondernemer kon worden aangemerkt. Dit leidde tot de conclusie dat de belanghebbende geen recht had op de zelfstandigenaftrek.
Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het Hof achtte geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken en afschriften werden op 18 maart 2003 verzonden.