3. De vaststaande feiten
3.1. Belanghebbende heeft enkele tientallen jaren gewoond in de woning plaatselijk bekend [a-weg 1 te Z] (hierna: de woning). De woning betrof in feite een als zodanig in gebruik zijnd gedeelte van de bebouwing bij een andere woning, plaatselijk bekend [a-weg 2].
3.2. Het perceel waarop de woning staat is kadastraal bekend gemeente Heerde, [sectie a, nummer 1]. Het ligt in het onder 1.1 genoemde bestemmingsplan dat is vastgesteld bij raadsbesluit van 23 oktober 1989 en heeft daarin de bestemming 'houtopstanden' gekregen. De bebouwing op het perceel is sindsdien in strijd met die bestemming. De woning mag volgens de overgangsbepalingen in de planvoorschriften wel onderhouden maar niet vernieuwd worden. In het voordien geldende bestemmingsplan had de grond waarop de woning staat de bestemming 'woondoeleinden'.
3.3. Begin 1998 is belanghebbende hulpbehoevend geworden en moest hij verhuizen. Hij bood de woning ten verkoop aan bij [Makelaardij A te Z]. Bij kadastraal onderzoek bleek de makelaar dat op grond van de geldende bestemming (ver-)nieuwbouw niet mogelijk zou zijn.
3.4. In de destijds bestaande situatie waren de woningen [a-weg 1 en 2] als het ware geschakeld gebouwd. De woning met nummer [2] was echter volledig vernieuwd. 'De woning van belanghebbende met nummer [1] was oud en moest hetzij volledig vernieuwd hetzij gesloopt worden. De door hem gewenste situatie was nieuwbouw op een nieuw aan de westzijde gelegen bouwblok, zodat dit centraal op het perceel zou komen te liggen en vrij van huisnummer [2].
3.5. Het daartoe strekkende schriftelijke verzoek van de makelaar van 25 november 1998 is door het college van burgemeester en wethouders van Heerde (hierna: het college) als strijdig met het bestemmingplan afgewezen bij brief van 25 maart 1999. Daarbij geeft het college te kennen dat het bereid is tot medewerking aan het in gang zetten van een partiële herziening van het bestemmingplan Agrarisch Gebied, doch dat de kosten hiervan volgens de gemeentelijke legesverordening, alsook die van een op het perceel uit te voeren verkennend bodemonderzoek, voor rekening van de eigenaar komen. Voorts bevat de brief een voorbehoud over de uitkomst van de ten minste tien tot twaalf maanden in beslag nemende herzieningsprocedure.
3.6. Daarop heeft de voormelde gemachtigde de raad verzocht het bestemmingsplan partieel te herzien opdat de voormelde woning gelegaliseerd wordt en daarvoor geen kosten aan belanghebbende in rekening te brengen.
3.7. In de voormelde kennisgeving, die in kopie als bijlage a bij het verweerschrift is overgelegd, zijn de kosten gespecificeerd als volgt:
Advertentiekosten, vastbedrag ƒ 1.450,00 € 657,98
Kosten eigen dienst ƒ 3.305,22 € 1.499,84
Kosten [C] ƒ 6.154,61 € 2.792,84
Totale kosten: ƒ 10.909,83 € 4.950,67.
De totale kosten passen niet binnen het geraamde bedrag van € 4 537,80 (ƒ 10 000,-). Derhalve wordt het totale geraamde bedrag in rekening gebracht. (…)
3.8. Bij raadsbesluit van 9 november 1999 is de Legesverordening gemeente Heerde 2000 vastgesteld, waarvan de te dezen van belang zijnde bepalingen luiden als volgt:
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven ter zake van het door of vanwege de gemeente verlenen van de diensten, bedoeld in deze verordening en in de bij deze verordening behorende tabel.
Artikel 3 Belastingplicht
De leges worden geheven van de aanvrager, dan wel van degene te wiens behoeve de dienst wordt aangevraagd.
(…)
Artikel 5 Belastingtarief
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.
2. (…)
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, of andere schriftuur.
(…)
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van leges.
3.9. De genoemde tarieventabel luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
Hoofdstuk 5 Bouwvergunningen
(…)
5.2. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
5.2.1. een vergunning (bouwvergunning) ingevolge artikel (…)
5.5. Indien op aanvraag een besluit moet worden genomen tot (partiële) herziening van een geldend bestemmingsplan, worden de hieraan verbonden werkelijke kosten bij de aanvrager in rekening gebracht. Over de hoogte van het in rekening te brengen bedrag wordt de aanvrager voor het in behandeling nemen van de aanvraag door middel van een gespecificeerde begroting van de kosten door burgemeester en wethouders geïnformeerd.