ECLI:NL:GHARN:2003:AI1615
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de waarde van onroerende zaak voor WOZ-doeleinden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 8 juli 2003, betreft het een geschil over de waardebepaling van een onroerende zaak gelegen aan de [a-weg 1 te Z] in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De belanghebbende, [X], had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dinxperlo, die de waarde van de onroerende zaak op 1 januari 2001 had vastgesteld op € 117.074. De belanghebbende stelde dat deze waarde te hoog was en dat de werkelijke waarde op dat moment € 108.700 zou moeten zijn.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 februari en 24 juni 2003 werd het taxatierapport van [A] besproken, waarin de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum werd vastgesteld op € 108.700. Het Gerechtshof oordeelde dat de beschikking van het college niet door de bevoegde gemeenteambtenaar was vastgesteld, maar door het college zelf, wat in strijd was met de wet. Desondanks oordeelde het Hof dat de waarde van € 108.700 niet te hoog was, gezien de vergelijkbare objecten en de omstandigheden van de onroerende zaak.
Het Gerechtshof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de waardebeschikking en stelde de waarde vast op € 108.700. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 20, en moest het college het griffierecht van € 29 aan de belanghebbende vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen kregen de mogelijkheid om binnen vier weken een schriftelijke uitspraak aan te vragen.