3.7 Het hof overweegt als volgt.
Uit de processtukken (zie productie I bij akte houdende overlegging producties van de VS d.d. 1 oktober 1997 betreffende een overeenkomst tussen het “Department of Defense” en het “Department of Transportation”) volgt dat de RRF-vloot onderdeel is van de NDRF, een vloot die door de VS wordt ingezet voor het transport en de bevoorrading van haar militaire troepen en materieel. Alle schepen die deel uitmaken van de NDRF zijn eigendom van de federale overheid en staan onder bevel van de Maritime Administration van het Department of Transportation van de VS (MARAD). De schepen van de RRF-vloot worden in een hogere graad van paraatheid gehouden dan de overige schepen in de NDRF. Op het moment dat een RRF-schip wordt ingezet, komt het onder direct commando te staan van de Military Sealift Command (MSC), een onderdeel van het Departement van Defensie van de VS dat zorgt voor de daadwerkelijke operatie van de schepen. De MSC zorgt ervoor dat de schepen worden gereed gemaakt voor de vaart en dat zij bemand worden, waarbij de MSC gebruik maakt van private scheepsagenten (in het geval van de Cape May was dit Omi Corporations New York). Wanneer een militaire operatie is voltooid en voorzover geen andere militaire werkzaamheden voor het schip voorhanden zijn, komt het schip wederom onder het bevel van de Maritime Administration te staan en wordt het weer ingedeeld in de NDRF. De schepen worden nooit gebruikt voor commerciële doeleinden.
Blijkens de beëdigde verklaring van [D.M.] (hierna te noemen: [D.M.]) (productie A bij memorie na verwijzing van de VS), is de Cape May geactiveerd geweest in de periode van 22 augustus 1990 tot 2 november 1991. In deze periode opereerde de Cape May exclusief voor de Amerikaanse regering en vervoerde zij militaire vracht, onder commando en controle van de Commander, MSC. Onder punt 5. van deze verklaring wordt vermeld dat de Cape May gedurende voornoemde periode vier reizen heeft gemaakt ten behoeve van Operatie Desert Shield/Desert Storm, waarbij enkel militaire vracht werd vervoerd. Op geen enkel moment was de Cape May betrokken bij commerciële activiteiten. Ook in de periode dat de Cape May in de Eemshaven lag, stond zij onder commando en controle van de MSC en hield zij zich niet bezig met commerciële activiteiten.
Deze informatie heeft [D.M.] blijkens punt 7. van zijn verklaring gebaseerd op persoonlijke kennis en op officiële informatie verkregen uit door de MSC gehouden, aan [D.M.] verschafte, documenten. [D.M.] was blijkens zijn verklaring in de periode 1990-1991 Hoofd van de Tanker, Cargo and RRF Ship Engineering Operations Branch in de MSC Engineering Directorate. In die hoedanigheid was [D.M.] verantwoordelijk voor het dagelijkse toezicht op en het volgen van de RRF-vessels, waaronder de Cape May.
Het voormelde vindt bevestiging in de beëdigde verklaring van [J.S.] (hierna te noemen: [J.S.]) (productie B bij akte na verwijzing van de VS). [J.S.] was gedurende de operatie Desert Shield/Desert Storm werkzaam als “Chief, Division of Ship Maintenance and Repair for the Office of Ship Operations” en is thans “Deputy Director, Office of Ship Operations at the Maritime Administration, United States Department of Transportation (MARAD)”. In deze verklaring wordt ondermeer vermeld dat NDRF-schepen alleen voor regeringsdoeleinden mogen worden gebruikt, en daar in feite ook alleen voor worden gebruikt. Sedert de verkrijging (door de VS) van de Cape May in juli 1986 is het schip exclusief gebruikt voor regeringsdoeleinden betreffende het vervoeren van regeringsmaterieel, deelnemen aan militaire operaties en oefeningen. Sinds juli 1986 is de Cape May onderdeel van de NDRF en RRF. De Cape May is door de VS niet ingezet ten behoeve van commerciële of non-profit activiteiten. In de periode 1990-1991 werd de Cape May exclusief voor door de MSC vastgestelde militaire taken gebruikt (punt 12 verklaring).
In augustus 1990 is de Cape May geactiveerd voor Operatie Desert Shield. MARAD ontving daartoe een activeringsopdracht van MSC. Het schip kwam daarmee onder controle van MSC te staan.
In de periode dat de Cape May in de Eemshaven verbleef, was zij nog steeds werkzaam voor militaire en regeringsdoeleinden ten behoeve van MARAD of MSC, of beiden. Op geen enkel moment nam de Cape May deel aan enige commerciële of op winst gerichte activiteit (punt 28 verklaring).
Gedurende de gehele periode van 16 augustus 1990 tot 2 november 1991 heeft het Departement van Defensie van de VS, via MSC, de onkosten van de Cape May betaald en haar activiteiten gedirigeerd. Alle activiteiten van de Cape May gedurende deze periode waren tot steun van regeringsactiviteiten, te weten activiteiten als bevoorradingsschip voor militaire troepen van de VS met betrekking tot taken vastgesteld door de MSC.