ECLI:NL:GHARN:2003:AL8036
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.E. Haas
- Rechtspraak.nl
Weigering renteaftrek inkomstenbelasting 1997 door de Inspecteur
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 september 2003 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1997. De Inspecteur had de renteaftrek geweigerd, omdat belanghebbende volgens de Inspecteur geen bewijs had overgelegd van de schulden en de betalingen van rente. Belanghebbende had in zijn aangifte een bedrag van ƒ 5.598 als persoonlijke verplichting opgevoerd, maar de Inspecteur handhaafde zijn standpunt dat er geen bewijs was voor deze renteaftrek.
Het Hof heeft vastgesteld dat de aanslag inkomstenbelasting gedateerd was op 27 juli 1999, en dat het bezwaarschrift van belanghebbende tijdig was ingediend, ondanks dat het later dan een week na afloop van de bezwaartermijn was ontvangen. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet in verzuim was geweest, omdat de Inspecteur onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat belanghebbende de aanslag op een zodanig tijdstip had ontvangen dat hij binnen de wettelijke termijn een bezwaarschrift kon indienen.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het Hof belanghebbende de gelegenheid gegeven om bewijs van de rentebetalingen te overleggen. Belanghebbende heeft twee kwitanties overgelegd, waaruit blijkt dat hij rente had betaald. De Inspecteur heeft de juistheid van deze kwitanties niet betwist, maar twijfelde aan de aannemelijkheid van de betalingen. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur niet had aangetoond dat de betalingen niet hadden plaatsgevonden.
Uiteindelijk heeft het Hof de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de belastingaanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van € 16.622. Tevens heeft het Hof de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en gelast dat de Staat het griffierecht vergoedt. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen vier weken verzoeken om een schriftelijke uitspraak ter vervanging van de mondelinge uitspraak.