ECLI:NL:GHARN:2003:AM7823
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het reiskostenforfait bij aftrekbare kosten voor een ambtenaar in de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 24 september 2003, ging het om de toepassing van het reiskostenforfait in het kader van de inkomstenbelasting voor het jaar 1999. De belanghebbende, werkzaam als ambtenaar, had bezwaar gemaakt tegen een eerdere beslissing van de Inspecteur van de Belastingdienst met betrekking tot haar belastingaanslag. De belanghebbende reisde regelmatig van haar woonplaats [Z] naar het laboratorium van de trombosedienst [a te Q], waarbij zij onderweg bloedmonsters afnam bij patiënten en op prikposten. Het Hof oordeelde dat de kosten van het omrijden langs verschillende patiënten en prikposten aftrekbaar zijn, mits deze kosten samen met andere aftrekbare kosten het reiskostenforfait overschrijden.
Het Hof concludeerde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat haar aftrekbare kosten het arbeidskostenforfait overschreden, ondanks de door haar ontvangen vergoeding. Het subsidiaire standpunt van de Inspecteur werd door het Hof als juist beoordeeld. De belanghebbende was genoodzaakt haar eigen auto te gebruiken voor haar werkzaamheden, maar dit deed niets af aan de toepassing van het reiskostenforfait. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde de eerdere uitspraak van de Inspecteur.
De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. T.J. Matthijssen, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mw. M.M.C. Grob als griffier. Afschriften van de uitspraak zijn op 9 oktober 2003 aangetekend verzonden.