ECLI:NL:GHARN:2003:AM7823

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
24 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
02-03178
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T.J. Matthijssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van het reiskostenforfait bij aftrekbare kosten voor een ambtenaar in de inkomstenbelasting

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 24 september 2003, ging het om de toepassing van het reiskostenforfait in het kader van de inkomstenbelasting voor het jaar 1999. De belanghebbende, werkzaam als ambtenaar, had bezwaar gemaakt tegen een eerdere beslissing van de Inspecteur van de Belastingdienst met betrekking tot haar belastingaanslag. De belanghebbende reisde regelmatig van haar woonplaats [Z] naar het laboratorium van de trombosedienst [a te Q], waarbij zij onderweg bloedmonsters afnam bij patiënten en op prikposten. Het Hof oordeelde dat de kosten van het omrijden langs verschillende patiënten en prikposten aftrekbaar zijn, mits deze kosten samen met andere aftrekbare kosten het reiskostenforfait overschrijden.

Het Hof concludeerde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat haar aftrekbare kosten het arbeidskostenforfait overschreden, ondanks de door haar ontvangen vergoeding. Het subsidiaire standpunt van de Inspecteur werd door het Hof als juist beoordeeld. De belanghebbende was genoodzaakt haar eigen auto te gebruiken voor haar werkzaamheden, maar dit deed niets af aan de toepassing van het reiskostenforfait. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde de eerdere uitspraak van de Inspecteur.

De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. T.J. Matthijssen, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mw. M.M.C. Grob als griffier. Afschriften van de uitspraak zijn op 9 oktober 2003 aangetekend verzonden.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
vierde enkelvoudige belastingkamer
nummer 02/03178 (inkomstenbelasting)
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
ambtenaar : Inspecteur van de Belastingdienst/[P]
aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 4 juli 2002 op bezwaar
aanslagnummer : […H.96]
soort belasting : inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
jaar : 1999
mondelinge behandeling : met schriftelijke toestemming van beide partijen niet gehouden
gronden:
1. Gezien de stukken, in het bijzonder de conclusie van repliek, acht het Hof aannemelijk dat belanghebbende in 1999 regelmatig van haar woonplaats ([Z]) naar het laboratorium van de trombosedienst [a te Q] placht te reizen waarbij zij onderweg, binnen het aan haar toegewezen gebied, op verschillende plaatsen bij patiënten thuis en op zogenaamde prikposten bloedmonsters afnam en dagelijks ongeveer 90 kilometer aflegde.
2. In een dergelijk geval is op het reizen tussen [Z] en [Q] het reiskostenforfait van toepassing en zijn de kosten verbonden aan het omrijden langs verschillende patiënten en prikposten aftrekbare kosten die voor aftrek in aanmerking komen voor zover zij, tezamen met eventuele andere aftrekbare kosten, het kostenforfait overschrijden. In zoverre is het subsidiaire standpunt van de Inspecteur, zoals verwoord in de conclusie van dupliek, juist. Hieraan doet niet af dat belanghebbende door de aard van haar werkzaamheden genoodzaakt was van haar eigen auto gebruik te maken.
3. Belanghebbende maakt niet aannemelijk dat indien wordt uitgegaan van het onder 2 gegeven oordeel en indien rekening wordt gehouden met de door haar genoten vergoeding (naar het Hof aannemelijk acht: ƒ 2.888) en de limitering van de kilometerkosten van de omrijkilometers tot ƒ 0,60, haar aftrekbare kosten het arbeidskostenforfait van ƒ 3.174 overschrijden.
4. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.
proceskosten:
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
beslissing:
Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak waarvan beroep.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2003 door mr. Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mw. Grob als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(M.M.C. Grob) (T.J. Matthijssen)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 9 oktober 2003
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.