ECLI:NL:GHARN:2004:AO3317

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
10 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
21-002693-03
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • O. Otte
  • A. Abbink
  • Dik
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gekwalificeerde doodslag met poging tot afpersing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 februari 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zutphen. De verdachte is veroordeeld voor gekwalificeerde doodslag en poging tot afpersing. De feiten dateren van 24 oktober 1985, toen de verdachte en medeverdachten een gewapende overval pleegden op een Shell-tankstation in Warnsveld. De medewerkster van het tankstation, het latere slachtoffer, werd bedreigd met messen en uiteindelijk dodelijk verwond. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten op zeer agressieve wijze het leven van de jonge vrouw hebben ontnomen, gedreven door financieel gewin. De rechtbank had eerder een andere bewijsbeslissing genomen, maar het hof heeft deze vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren. Het hof heeft rekening gehouden met de lange tijd tussen het misdrijf en de aanhouding van de verdachten, maar benadrukt dat dit de ernst van het gepleegde feit niet vermindert. De verdachte heeft blijk gegeven van inzicht in de ernst van zijn daden, wat heeft geleid tot een lagere straf dan die van zijn medeverdachten. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 45, 47, 63 en 288 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Parketnummer: 21-002693-03
Uitspraak d.d.: 10 februari 2004
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te Arnhem
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de meervoudige kamer te Zutphen van 11 juni 2003 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [plaats], [straat].
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 26 en 27 januari 2004 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I), na voorlezing aan het hof overgelegd, en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis, waarvan beroep, vernietigen nu het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw recht doen.
De telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd dat:
(zie voor de inhoud van de dagvaarding bijlage II)
Indien in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het primair telastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Hij op 24 oktober 1985 in de gemeente Warnsveld tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk een vrouw genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd,
immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen en daar met dat opzet met (een) mes(sen), althans (een) steekvoorwerp(en), meermalen, in/op/tegen de arm en de hals(streek) en de borst en het hart en elders in/op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] gestoken en/of geprikt en/of gesneden, tengevolge van welke handeling(en) van verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde [slachtoffer] is overleden,
welke doodslag werd vergezeld en/of voorafgegaan van na te noemen strafbaar feit, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat na te noemen feit gemakkelijk te maken,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) op 24 oktober 1985 in de gemeente Warnsveld
ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer] (medewerkster van het Shell-tankstation) te dwingen tot afgifte van een (kluis)sleutel, geheel of ten dele toebehorende aan Shell en/of het Shell-tankstation en/of [benadeelde partij],
opzettelijk
- zich naar het Shell-tankstation (gelegen aan de Rijksstraatweg) begeven en
- de medewerkster van dat tankstation ([slachtoffer]) in de gaten gehouden en aangesproken en
- dreigend tegen die [slachtoffer] gezegd: “Geef de sleutels van de kluis” en “Kom op met die kankersleutels” en “Ik moet die sleutels hebben, want ik wil geld zien” en “geef de sleutels, anders gebeurt er wat met jou” en “Godverdomme kutwijf, geef nou die sleutels” en “Geef die sleutels, anders overleef je het niet”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en
- (daarbij) die [slachtoffer] bij/aan haar kleding vastgepakt en aan de kleding en/of het lichaam van die [slachtoffer] gerukt en/of getrokken en getracht die [slachtoffer] uit de auto (waarin zij zich bevond) te trekken en
- (daarbij) dreigend (een) mes(sen), althans (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en), aan die [slachtoffer] getoond en/of op die [slachtoffer] gericht en/of gericht gehouden en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer] gezet en
- met (een) mes(sen), althans (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en), een of meer stekende en/of prikkende en/of snijdende bewegingen naar die [slachtoffer] gemaakt,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is telastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf
Medeplegen van doodslag vergezeld en/of voorafgegaan van een poging tot afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen met het oogmerk om de uitvoering van dat feit gemakkelijk te maken.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
Op 24 oktober 1985 zijn verdachte en diens medeverdachten, gewapend met (een of meer) mes(sen) of (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en), vanuit café “Het Sluisje” te Eefde op weg gegaan naar de Rijksstraatweg te Warnsveld. Het doel van deze rit was het plegen van een overval op het aan die weg gelegen Shell-tankstation. Aangekomen bij dat tankstation hebben zij hun auto in de berm geparkeerd en zijn zij met zijn vieren naar de bij het tankstation behorende kiosk gelopen. Nadat de medewerkster van het tankstation, het latere slachtoffer [slachtoffer], hen had aangegeven dat het na sluitingstijd was en zij niet meer naar binnen mochten, zijn ze doorgelopen. Vervolgens hebben zij zich verdekt opgesteld en gewacht tot [slachtoffer] naar buiten kwam. Toen [slachtoffer] na enkele ogenblikken naar buiten kwam en op weg was naar haar bij het tankstation geparkeerde auto zijn verdachte en/of diens medeverdachten [slachtoffer] achterna gerend en hebben getracht haar te dwingen de sleutels van de kluis af te geven. [slachtoffer] bleef dit echter weigeren, werd vervolgens met (een of meer) mes(sen) of (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en) bedreigd en uiteindelijk op brute wijze door meerdere steekwonden om het leven gebracht, waarop verdachte en diens medeverdachten zich uit de voeten hebben gemaakt.
Na ontdekking van dit misdrijf ging er een grote schok door Warnsveld en omstreken. Zowel in Warnsveld als ver daarbuiten heeft de doodslag op [slachtoffer] de gemoederen lange tijd beziggehouden, hetgeen nog werd versterkt doordat de toedracht van de doodslag lange tijd onbekend bleef. Pas nadat in 2001 en 2002 CIE informatie was binnengekomen, konden de verdachte en diens medeverdachten worden aangehouden en kwam er een einde aan de, voor de nabestaanden van [slachtoffer], tergende onzekerheid.
Het hof heeft bij zijn straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte en diens medeverdachten door te handelen als bewezen is verklaard op zeer agressieve wijze het leven hebben ontnomen van een jonge, getrouwde achtentwintigjarige vrouw die midden in het leven stond. Zij hebben zich op die fatale avond in 1985 enkel laten leiden door financieel gewin en zich niet bekommerd om het slachtoffer en haar familie en vrienden. Het hof neemt voorts in ogenschouw dat het slachtoffer zich voor de fatale messteken door de vier mannen bijzonder geïntimideerd en bedreigd heeft moeten voelen en dat de nabestaanden van het slachtoffer met dit alles onmetelijk veel verdriet is aangedaan.
Gelet op de aard en ernst van dit afschuwelijk misdrijf is een straf als door de advocaat-generaal is gevorderd naar het oordeel van het hof dan ook zonder meer gerechtvaardigd. Het hof houdt echter rekening met het lange tijdverloop tussen de fatale steekpartij en de aanhouding van de verdachten, waarbij het uitdrukkelijk opmerkt dat dit naar zijn oordeel geenszins afdoet aan de ernst van het gepleegde feit en de omvang van het leed dat de nabestaanden van het slachtoffer is aangedaan, maar wel aan de omvang van de rechtsorde die thans nog geschokt is. Het hof zal verdachte daarenboven een lagere straf opleggen dan diens medeverdachten, nu verdachte ter terechtzitting als enige blijk heeft gegeven van inzicht in de ernst van het gepleegde misdrijf. Voorts heeft het hof gelet op de, uit de verklaringen van de medeverdachten naar voren gekomen, kleinere rol van verdachte ten opzichte van die medeverdachten. Echter ook na het lange tijdverloop en gelet op voornoemde mitigerende omstandigheden die verdachte persoonlijk betreffen, is naar het oordeel van het hof het door verdachte gepleegde feit zo ernstig dat alleen een vrijheidsbenemende straf van langere duur in aanmerking komt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 47, 63 en 288 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen, dat verdachte het primair telastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is telastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren .
Bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Beveelt de gevangenneming van de verdachte, welk bevel afzonderlijk wordt geminuteerd.
Aldus gewezen door
mr Otte, voorzitter,
mrs Abbink en Dik, raadsheren,
in tegenwoordigheid van Robroek, griffier,
en op 10 februari 2004 ter openbare terechtzitting uitgesproken.