ECLI:NL:GHARN:2004:AO6651
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.M. van Amsterdam
- J.J. Gankema
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verhouding tussen eigenarenbelasting en gebruikersbelasting volgens de Gemeentewet
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 februari 2004 uitspraak gedaan in een geschil over de aanslag onroerende zaakbelastingen voor het jaar 2001. De belanghebbende, eigenaar en gebruiker van een onroerende zaak, had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen voor zowel de eigenarenbelasting als de gebruikersbelasting. De aanslagen waren vastgesteld op basis van een waarde van € 146.117, met toepassing van de door de gemeenteraad van Ermelo vastgestelde tarieven. De belanghebbende betoogde dat de verhouding tussen de eigenarenbelasting en de gebruikersbelasting niet in overeenstemming was met artikel 220g van de Gemeentewet, dat voorschrijft dat het tarief voor de eigenarenbelasting niet meer dan 125% van het tarief voor de gebruikersbelasting mag bedragen.
Het hof oordeelde dat de tarieven voor de eigenarenbelasting en de gebruikersbelasting in de juiste verhouding waren vastgesteld, namelijk 125:100. De berekeningen van de belanghebbende, die een verhouding van 100:125,1 suggereerden, werden verworpen. Het hof benadrukte dat de beslissende factor was of de tarieven in de juiste verhouding waren vastgesteld, en niet de uiteindelijke berekening van de aanslagen na afronding en omrekening naar eurobedragen.
De mondelinge uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de ambtenaar, terwijl de belanghebbende niet was verschenen. Het hof verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken en afschriften zijn op dezelfde dag verzonden.