ECLI:NL:GHARN:2004:AO6960
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.P.M. Kooijmans
- M.C.M. de Kroon
- R. den Ouden
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing en ziektekostenregeling voor voormalig beroepsmilitair
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 februari 2004 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende een voormalig beroepsmilitair, hierna belanghebbende genoemd. De belanghebbende ontving een uitkering en nam deel aan een ziektekostenregeling van zijn voormalige werkgever. De werkgever had een bijdrage geleverd in verband met de ziektekostenregeling en tegemoetkomingen voor de verschuldigde bijdragen mooz/wtz, welke bijdragen tot het fiscale loon van belanghebbende werden gerekend. De belanghebbende had in zijn aangifte voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000 een aftrek wegens buitengewone lasten (ziektekosten) opgenomen, maar de Inspecteur had deze aftrek niet geaccepteerd. De Inspecteur stelde dat de som van de aftrekbare ziektekosten niet hoger was dan de voor belanghebbende geldende drempel.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 januari 2004, waarbij zowel de belanghebbende als de Inspecteur aanwezig waren, werd het standpunt van de belanghebbende besproken. Hij stelde dat de brutering van de tegemoetkomingen van de werkgever ook als ziektekosten moesten worden aangemerkt. Het Hof oordeelde echter dat de brutering een tegemoetkoming van de werkgever in de loonheffing betrof en niet gelijkgesteld kon worden met een belaste aanspraak op grond van een ziektekostenregeling. Het Hof concludeerde dat de brutering als loon in geld moest worden aangemerkt en dat de aftrek wegens ziektekosten terecht was geweigerd door de Inspecteur.
Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en het proces-verbaal werd opgemaakt. Afschriften van de uitspraak zijn op 16 februari 2004 aangetekend verzonden.