ECLI:NL:GHARN:2004:AO7662

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
21-005088-03
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Vegter
  • mr. Verheugt
  • mr. Koksma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faciliteren van heroïne uitvoer en cocaïne bemiddeling door verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 april 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het faciliteren van de uitvoer van grote hoeveelheden heroïne en het bemiddelen bij cocaïnedeals. De verdachte heeft, met het oog op financieel gewin, opzettelijk gehandeld door grote geldbedragen te wisselen en informatie over wisselkoersen te verstrekken in het kader van heroïnetransacties. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte vanaf november 2001 op de hoogte was van de activiteiten van zijn medeverdachte, die betrokken was bij de handel in verdovende middelen. De verdachte heeft verklaard dat hij geld heeft gewisseld voor deze medeverdachte en dat hij betrokken was bij het maken van valutaberekeningen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de samenleving. De verdachte is vrijgesproken van enkele andere telastegelegde feiten, maar het hof heeft geoordeeld dat zijn faciliterende handelingen in direct verband stonden met de aankoop van grote hoeveelheden heroïne. De uitspraak benadrukt de ernstige gevolgen van de internationale handel in drugs en de noodzaak om dergelijke handelingen streng te bestraffen.

Uitspraak

Parketnummer: 21-005088-03
Uitspraak dd.: 13 april 2004
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te Arnhem
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te Arnhem van 21 oktober 2003 in de strafzaak tegen
[VERDACHTE],
geboorteplaats en -datum,
woon- en verblijfplaats.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 maart 2004 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I), na voorlezing aan het hof overgelegd, en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis, waarvan beroep, om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De telastelegging
Met betrekking tot de telastelegging heeft het hof ambtshalve geconstateerd dat op de door de officier van justitie ter terechtzitting van de rechtbank te Arnhem op 17 december 2002 overgelegde nadere omschrijving telastelegging geen uitdrukkelijke beslissing door de rechtbank is genomen.
Het hof stelt aan de hand van de inhoud van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep het volgende vast:
- op 17 september 2002 heeft de strafzaak tegen verdachte voor het eerst (pro forma) gediend ter terechtzitting van de meervoudige kamer voor strafzaken in de rechtbank te Arnhem;
- tijdens de vervolgzitting op 1 oktober 2002 heeft de officier van justitie kenbaar gemaakt dat hij op de volgende zitting een definitieve telastelegging zal inbrengen;
- hierna heeft de officier van justitie ter terechtzitting op 17 december 2002 de vordering nadere omschrijving telastelegging aan de rechtbank overgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld zich op een nadere terechtzitting, in aanwezigheid van de raadsman en verdachte, uit te laten over de toelaatbaarheid van de vordering;
- In de daarop volgende processen-verbaal van de rechtbank is hieromtrent echter niets overwogen;
- de rechtbank heeft op 7 oktober 2003, met instemming van de verdediging, een vordering tot wijziging van de telastelegging toegelaten;
- de verdediging heeft in eerste aanleg – afgezien van een verweer met betrekking tot de innerlijke tegenstrijdigheid van de onder feiten 1 tot en met 6 subsidiair telastegelegde feiten – geen bezwaren geuit tegen de uiteindelijke inhoud van de telastelegging;
- ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman voorafgaande aan de voordracht door de advocaat-generaal uitdrukkelijk opgemerkt dat kan worden volstaan met een verkorte weergave van de feiten nu alle betrokken procespartijen inmiddels geacht kunnen worden op de te hoogte zijn van hetgeen de verdachte wordt verweten.
- nadat de voorzitter de raadsman van de omissie in kennis stelde, heeft de raadsman louter het formele standpunt ingenomen dat hij van het verzuim kennisneemt. Zowel de advocaat-generaal als de raadsman hebben geen bezwaren tegen de telastelegging als zodanig geuit.
Het hof heeft voorts opgemerkt dat in het vonnis van de rechtbank, gedateerd 21 oktober 2003, de navolgende passage is opgenomen:
“De in de dagvaarding opgenomen omschrijving van de feiten is bij de door de officier van justitie ter terechtzitting van 17 december 2002 ingediende vordering nadere omschrijving tenlastelegging nader vastgesteld. Deze vordering is ter terechtzitting van 17 december 2002 door de rechtbank toegelaten.”
Het hof is van oordeel dat er – daargelaten de vraag of uit de stukken van de rechtbank genoegzaam kan blijken dat de vordering nadere omschrijving telastelegging formeel door de rechtbank ter terechtzitting is toegelaten – uit voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang beschouwd, kan worden geconcludeerd dat het de verdediging van begin af aan helder voor ogen heeft gestaan welke feiten aan de verdachte zijn telastegelegd, zodat er in hoger beroep vanuit dient te worden uitgegaan dat de vordering nadere omschrijving telastelegging is toegelaten. Met deze conclusie wordt de verdediging in haar belangen niet geschaad.
Aan verdachte is bij nadere omschrijving telastelegging telastegelegd dat:
1.
(zaakdossier 3)
hij op of omstreeks 11 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 30 oktober 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannie en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannie) heeft gebracht ongeveer 15 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroine (diacetylmorfine), zijnde heroine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 11 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 30 oktober 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 en/of artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 15 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet, immers heeft verdachte opzettelijk die hoeveelheid heroïne in Nederland ingevoerd en/of uit Nederland (naar Groot-Brittannie) uitgevoerd;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 11 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 30 oktober 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 15 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
(zaakdossier 4)
hij op of omstreeks 15 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 10 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft gebracht ongeveer 33 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 15 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 10 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 en/of artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 33 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroine een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet, immers heeft verdachte opzettelijk die hoeveelheid heroïne in Nederland ingevoerd en/of uit Nederland (naar Groot-Brittannië) uitgevoerd;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 15 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 10 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 33 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
(zaakdossier 5)
hij op of omstreeks 17 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 16 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft gebracht ongeveer 18 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 17 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 16 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 en/of artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 18 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet, immers heeft verdachte opzettelijk die hoeveelheid heroïne in Nederland ingevoerd en/of uit Nederland (naar Groot-Brittannië) uitgevoerd;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 17 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 16 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 18 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
(zaakdossier 6)
hij op of omstreeks 23 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 18 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft gebracht ongeveer 9 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet;
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 23 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 18 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 en/of artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 9 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet, immers heeft verdachte opzettelijk die hoeveelheid heroïne in Nederland ingevoerd en/of uit Nederland (naar Groot-Brittannië) uitgevoerd;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 23 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 18 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 9 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5.
(zaakdossier 7)
hij op of omstreeks 11 december 2001, althans in of omstreeks de periode van 1 december 2001 tot en met 11 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft gebracht ongeveer 11 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet;
althans, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 11 december 2001, althans in of omstreeks de periode van 1 december 2001 tot en met 11 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 en/of artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 11 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet, immers heeft verdachte opzettelijk die hoeveelheid heroïne in Nederland ingevoerd en/of uit Nederland (naar Groot-Brittannië) uitgevoerd;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 11 december 2001, althans in of omstreeks de periode van 1 december 2001 tot en met 11 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 11 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
6.
(zaakdossier 8)
hij op of omstreeks 12 januari 2002, althans in of omstreeks de periode van 18 december 2001 tot en met 12 januari 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft gebracht ongeveer 13,5 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet;
althans, indien het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 12 januari 2002, althans in of omstreeks de periode van 18 december 2001 tot en met 12 januari 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 en/of artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 13,5 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet, immers heeft verdachte opzettelijk die hoeveelheid heroïne in Nederland ingevoerd en/of uit Nederland (naar Groot-Brittannië) uitgevoerd;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 12 januari 2002, althans in of omstreeks de periode van 18 december 2001 tot en met 12 januari 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 13,5 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
7.
(zaakdossier 10A)
hij in of omstreeks de periode van 7 februari 2002 tot en met 9 maart 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) brengen van een (aanzienlijke) hoeveelheid (enkele tientallen kilogrammen) van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s),
- contacten gelegd en/of onderhouden en/of afspraken gemaakt met de leveranciers en/of de afnemers en/of de koeriers van de heroïne en/of
- informatie vergaard en/of verstrekt en/of overleg gevoerd met betrekking tot de beschikbaarheid van heroïne en/of
- informatie vergaard en/of verstrekt en/of overleg gevoerd en/of afspraken gemaakt over de betaling van provisies over de opbrengsten van geleverde en/of te leveren heroïne en/of
- informatie vergaard en/of verstrekt en/of overleg gevoerd met betrekking tot de (kilo)prijs en/of de kwaliteit en/of de financiering van de te leveren heroïne en/of
- gelden vergaard en/of beschikbaar gesteld en/of gehad ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- informatie vergaard en/of verstrekt en/of overleg gevoerd over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- feitelijk gelden gewisseld ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- informatie vergaard en/of verstrekt en/of overleg gevoerd met betrekking tot de stand van zaken van lopende heroïnetransacties en/of
- informatie vergaard en/of verstrekt en/of overleg gevoerd met betrekking tot de wijze van transport en/of de voortgang van het transport van de heroïne naar het buitenland en/of
- berichten doorgegeven tussen bij de heroïnetransacties betrokken personen en/of
- getolkt bij het doorgegeven van berichten tussen bij de heroïnetransacties betrokken personen;
8.
(zaakdossier 14)
hij op of omstreeks 16 maart 2002, althans in of omstreeks de periode van 10 maart 2002 tot en met 17 maart 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet;
9.
(zaakdossier 14)
hij op of omstreeks 25 maart 2002, althans in of omstreeks de periode van 21 maart 2002 tot en met 26 maart 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1 kilogram, in elk geval een (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet;
10.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2001 tot en met 5 april 2002 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie (bestaande uit [A], [B], [C], [D], [E], [F], [G], [H], [I] en/of [J] en/of een of meer anderen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (in het bijzonder naar Groot-Brittannië) brengen van (aanzienlijke) partijen heroïne, althans het plegen van misdrijven.
De tenlastelegging is ter terechtzitting van 7 oktober 2003, conform de door de officier van justitie ingediende vordering, als volgt gewijzigd:
Aan feit 1 wordt nog meer subsidiair toegevoegd:
[A], [B], [C] en/of een of meer anderen op of omstreeks 11 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 30 oktober 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft/hebben gebracht, althans op of omstreeks 11 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 30 oktober 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 15 kilogram, in elk geval een aanzienlijke hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 30 oktober 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- gelden te vergaren en/of beschikbaar te stellen en/of te hebben ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- informatie te vergaren en/of te verstrekken en/of overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- feitelijk gelden te wisselen ten behoeve van de aankoop van heroïne;
Aan feit 2 wordt nog meer subsidiair toegevoegd:
[A], [B], [C] en/of een of meer anderen op of omstreeks 15 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 10 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft/hebben gebracht, althans op of omstreeks 15 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 10 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 33 kilogram, in elk geval een aanzienlijke hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 15 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 10 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- gelden te vergaren en/of beschikbaar te stellen en/of te hebben ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- informatie te vergaren en/of te verstrekken en/of overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- feitelijk gelden te wisselen ten behoeve van de aankoop van heroïne;
Aan feit 3 wordt nog meer subsidiair toegevoegd:
[A], [B], [C] en/of een of meer anderen op of omstreeks 17 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 16 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft/hebben gebracht, althans op of omstreeks 17 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 16 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 18 kilogram, in elk geval een aanzienlijke hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 16 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- gelden te vergaren en/of beschikbaar te stellen en/of te hebben ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- informatie te vergaren en/of te verstrekken en/of overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- feitelijk gelden te wisselen ten behoeve van de aankoop van heroïne;
Aan feit 4 wordt nog meer subsidiair toegevoegd:
[A], [B], [C] en/of een of meer anderen op of omstreeks 23 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 18 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft/hebben gebracht, althans op of omstreeks 23 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 18 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 9 kilogram, in elk geval een aanzienlijke hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 23 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 18 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- gelden te vergaren en/of beschikbaar te stellen en/of te hebben ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- informatie te vergaren en/of te verstrekken en/of overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- feitelijk gelden te wisselen ten behoeve van de aankoop van heroïne;
Aan feit 5 wordt nog meer subsidiair toegevoegd:
[A], [B], [C] en/of een of meer anderen op of omstreeks 11 december 2001, althans in of omstreeks de periode van 1 december 2001 tot en met 11 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft/hebben gebracht, althans op of omstreeks 11 december 2001, althans in of omstreeks de periode van 1 december 2001 tot en met 11 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 11 kilogram, in elk geval een aanzienlijke hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 december 2001, althans in of omstreeks de periode van 1 december 2001 tot en met 11 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- gelden te vergaren en/of beschikbaar te stellen en/of te hebben ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- informatie te vergaren en/of te verstrekken en/of overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- feitelijk gelden te wisselen ten behoeve van de aankoop van heroïne;
Aan feit 6 wordt nog meer subsidiair toegevoegd:
[A], [B], [C] en/of een of meer anderen op of omstreeks 12 januari 2002, althans in of omstreeks de periode van 18 december 2001 tot en met 12 januari 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland en/of op een of meer plaatsen in Groot-Brittannië en/of in Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft/hebben gebracht, althans op of omstreeks 12 januari 2002, althans in of omstreeks de periode van 18 december 2001 tot en met 12 januari 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 13,5 kilogram, in elk geval een aanzienlijke hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 12 januari 2002, althans in of omstreeks de periode van 18 december 2001 tot en met 12 januari 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- gelden te vergaren en/of beschikbaar te stellen en/of te hebben ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- informatie te vergaren en/of te verstrekken en/of overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne en/of
- feitelijk gelden te wisselen ten behoeve van de aankoop van heroïne.
Indien in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Met betrekking tot het onder 7 telastegelegde feit overweegt het hof als volgt. Het zaakdossier omvat weliswaar een de verdachte belastende verklaring van [A] – waarin deze onder meer verklaart dat hij [verdachte] wel eens heeft benaderd om heroïne te leveren – en twee tapgesprekken met dubieuze mededelingen van respectievelijk 7 februari 2002 te 16:07:00 uur en 7 maart 2002 te 18:51:20 uur, waaraan zowel verdachte als [A] hebben deelgenomen. Nu een verklaring van [A] met betrekking tot deze twee tapgesprekken ontbreekt en ook het ondersteunende bewijs van dit feit tot een minimum is beperkt, kan niet onomstotelijk worden bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het hem in de telastelegging onder 7 verweten feit, zodat de verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen, dat verdachte het onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair, 2 primair, subsidiair en meer subsidiair, 3 primair, subsidiair en meer subsidiair, 4 primair, subsidiair en meer subsidiair, 5 primair, subsidiair en meer subsidiair, 6 primair, subsidiair en meer subsidiair en 7 telastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat telastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 nog meer subsidiair, 2 nog meer subsidiair, 3 nog meer subsidiair, 4 nog meer subsidiair, 5 nog meer subsidiair, 6 nog meer subsidiair, 8, 9 en 10
telastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
[A] in of omstreeks de periode van 30 oktober 2001 tot en met 4 december 2001 in Nederland en in Groot-Brittannië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) heeft gebracht, althans op of omstreeks 11 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 30 oktober 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 15 kilogram van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 30 oktober 2001 tot en met 4 december 2001 in Nederland, opzettelijk inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest door
- informatie te vergaren en te verstrekken en overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne of
- feitelijk gelden te wisselen ten behoeve van de aankoop van heroïne;
2.
[A] in de periode van 10 november 2001 tot en met 4 december 2001 in Nederland en in Groot-Brittannië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) hebben gebracht, ongeveer 33 kilogram van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 10 november 2001 tot en met 4 december 2001 in Nederland opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door
- informatie te vergaren en te verstrekken en overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne.
3.
[A] in de periode van 16 november 2001 tot en met 4 december in Nederland en in Groot-Brittannië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) hebben gebracht, althans op of omstreeks 17 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 16 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 18 kilogram van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op in de periode van 16 november 2001 tot en met 4 december 2001 in Nederland, opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door
- informatie te vergaren en te verstrekken en overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne.
4.
[A] de periode van 18 november 2001 tot en met 4 december 2001 in Nederland en in Groot-Brittannië tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) hebben gebracht, althans op of omstreeks 23 november 2001, althans in of omstreeks de periode van 18 november 2001 tot en met 4 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 9 kilogram van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 18 november 2001 tot en met 4 december 2001 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door
- informatie te vergaren en te verstrekken en overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne
5.
[A] in de periode van 1 december 2001 tot en met 11 december 2001 in Nederland en in Groot-Brittannië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) hebben gebracht, althans op of omstreeks 11 december 2001, althans in of omstreeks de periode van 1 december 2001 tot en met 11 december 2001 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 11 kilogram van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 1 december 2001 tot en met 11 december 2001 in Nederland, opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door
- informatie te vergaren en te verstrekken en overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne.
6.
[A] in de periode van 18 december 2001 tot en met 12 januari 2002 in Nederland en in Groot-Brittannië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (naar Groot-Brittannië) hebben gebracht, althans op of omstreeks 12 januari 2002, althans in of omstreeks de periode van 18 december 2001 tot en met 12 januari 2002 te Amsterdam en/of Venlo en/of Tegelen en/of Eindhoven en/of Veldhoven, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad
ongeveer 13,5 kilogram van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 18 december 2001 tot en met 12 januari 2002 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door
- informatie te vergaren en te verstrekken en overleg te voeren over het wisselen van gelden ten behoeve van de aankoop van heroïne.
8.
hij op 16 maart 2002 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft afgeleverd ongeveer 1 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
9.
hij 25 maart 2002 te Amsterdam en Venlo, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft afgeleverd en vervoerd ongeveer 1 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
10.
hij in de periode van 1 november 2001 tot en met 5 april 2002 in Nederland, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie (bestaande uit [A], [B], [E], [F], [I] en [J] en een of meer anderen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland (-in het bijzonder naar Groot-Brittannië) brengen van (aanzienlijke) partijen heroïne.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is telastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Nadere overweging met betrekking tot het bewijs
Namens de verdachte is door de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep met betrekking tot de onder 1 tot en met 6 telastegelegde feiten het verweer gevoerd dat bij verdachte sprake is geweest van opzet noch op de feiten zelf – te weten: de uitvoer van heroïne – noch op de medeplichtigheid aan deze feiten, zodat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt hieromtrent als volgt.
Verdachte heeft op 12 juni 2002 tegenover de politie verklaard, zakelijk weergegeven
(dossierpagina 009082 e.v.):
Bijvoorbeeld belde Abi met de pet (het hof begrijpt: [A]) en vroeg mij uit te rekenen voor een bedrag van 100.000 Britse ponden. Hij gaf de te berekenen koers in guldens en later in euro’s. Abi met de pet gaf mij ook aan hoeveel cent ik van de wisselkoers af moest halen. Ook vroeg Abi met de pet mij wel eens als hij in Nederlands geld bijvoorbeeld 100.000 gulden moest betalen, hoeveel Britse ponden hij dan moest ontvangen. Abi met de pet gaf mij de wisselkoers en tevens het aantal centen of procenten dat ik in mindering moest brengen. Ik moest dan voor hem het totale bedrag uitrekenen en vertellen. Ik had de indruk dat Abi met de pet dit geld moest wisselen omdat dit te maken had met de handel in verdovende middelen. Ik ben er vanuit gegaan dat Abi met de pet in de verdovende middelen zat, omdat hij altijd omgaat met mensen uit de buurt van het Mercatorplein in Amsterdam. Veel mensen uit die buurt doen in verdovende middelen, hetgeen mij gebleken is uit wat ik op straat te horen heb gekregen. Ik versta onder verdovende middelen: opium, marihuana, hennep, heroïne en cocaïne.
Op 17 juni 2002 verklaarde verdachte tegenover verbalisanten, zakelijk weergegeven
(dossierpagina 009119 e.v.)
U zegt mij dat u mij nu een gesprek laat horen van 22 november 2001 te 19.41 uur. De deelnemers aan dit gesprek zijn [A] en ikzelf. In dit gesprek deel ik aan [A] mede dat ik contact heb gehad met mijn Marokkaanse vriend. [A] vraagt in dit gesprek weliswaar naar mijn Turkse vriend maar in feite is het een Marokkaan. Wat hij voor werk deed weet ik niet maar ik weet wel dat hij in hasj handelde, omdat hij mij dat zelf verteld heeft. Die Marokkaan heeft mij aangesproken en gevraagd of ik iemand wist die hasj wilde kopen. Ik heb [A] aangesproken en gevraagd of hij soms klanten had voor die Marokkaan. [A] heeft zelf ook met die Marokkaanse jongen gesproken en heeft zelfs van hem een monster gehad. In onze kringen duiden we een monster aan met de code FOTO. Het enige wat ik gezien heb is dat die Marokkaanse jongen een plaat hasj, die gewikkeld was in doorzichtig plastic, aan [A] overhandigde. Naar schatting was het ongeveer een halve kilo. Op verzoek van [A] heb ik ook mijn oor te luisteren gelegd naar personen die cocaïne konden leveren. Kort voor de datum waarop bovengenoemd telefoongesprek werd gevoerd, heb ik in een belwinkel in Amsterdam een knappe Colombiaanse vrouw ontmoet. Uit het gesprek dat ik met haar had maakte ik op dat ze in de cocaïnehandel zat. Uit haar woorden maakte ik tevens op dat zij een grote was in deze handel. Nadat ik dit aan [A] had verteld heb ik verder nooit met deze vrouw contact gehad of iets dergelijks. U zegt mij dat u mij een gesprek heeft laten horen van 22 november 2001 te 21.56 uur. Aan dit gesprek namen deel [A], ikzelf en een mij onbekende man. Ze hebben alleen geïnformeerd naar de koers van de Engelse pond.
Later die dag merkt verdachte in een verklaring op, zakelijk weergegeven (dossierpagina 009126 e.v.):
U zegt mij dat u mij nu een gesprek laat horen van 11 december 2001 te 12.52 uur. De deelnemers aan dit gesprek zijn [A] en ik zelf. Uit dit gesprek blijkt dat [A] mij belde en mij vroeg een berekening te maken. Uit dit gesprek kan blijken dat [A] een berekening wilde voor 11 kilo die hij ging verkopen voor 35.000 gulden. Later moest ik een berekening maken voor 33.000 gulden per kilo. Ik heb wel een berekening gemaakt waarin ik aangeef dat mijn provisie bij omwisseling 20 cent per pond zou bedragen.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik ken [A]. Ik noem hem Abi met de pet. Ik heb een keer een groot bedrag gewisseld voor [A]. Het ging om Britse ponden die van [A] moesten worden omgewisseld naar 100.000 Nederlandse guldens. Ik heb ook met [A] wisselkoersen en valutaberekeningen door de telefoon besproken. Als hij 50.000 Britse ponden wilde wisselen in guldens dan werd dat over de telefoon besproken. U houdt mij een telefoongesprek voor van 11 januari 2002 te 10:42:57 uur (dos. 2134 e.v.). In dit gesprek spreek ik met [A] over 11 keer 33. [A] wilde weten hoeveel het totaal zou zijn. In het begin belde [A] zonder dat ik begreep waar het om ging. Na een tijdje kreeg ik door dat het om drugs ging. [A] heeft mij eens gevraagd mijn oor te luisteren te leggen naar personen die cocaïne konden leveren. Ik wist toen dat het niet goed zat. U zegt mij dat dit nog voor 22 november 2001 is geweest. Dat zou kunnen. Ik heb [A] in contact gebracht met een Marokkaanse jongen. Deze jongen kon hem cocaïne leveren. Ik heb daarbij bemiddeld. [A] belde mij en gaf mij opdracht aan de Marokkaanse jongen te zeggen dat [B] 1 kilo cocaïne wilde. Ik moest erbij zijn om toe te zien dat alles goed verliep. Op 25 maart 2002 heb ik samen met [B] 1 kilo cocaïne aan de moeder van [A] geleverd. Ik verdiende geld met de wisselopdrachten van [A]. Ik deed eraan mee om er geld mee te verdienen. De opdrachten van [A] gingen steeds om het wisselen van Britse ponden naar guldens of euro’s. In november 2001 kwam [A] met een zak bevattende 100.000 Engelse ponden in contanten. Ik heb dat geld vervolgens gewisseld. Ik verdiende met deze transactie fl. 5.000,--. [C] heeft mij in contact gebracht met [A]. Ik wist dat het verboden was geld te wisselen en dat het geld van misdrijf afkomstig was.
[A] verklaarde op 17 juni 2002 tegenover verbalisanten onder meer, zakelijk weergegeven (dossierpagina 000738 e.v.):
U vraagt mij naar het aantal keren dat ik geld heb laten wisselen bij [verdachte]. Hij wisselde steeds het geld voor de Turken waar ik de deals mee deed. Ik heb het over H (het hof begrijpt: [C]) en de Turken uit het restaurant waar ik niet over wil verklaren. Ik weet dat zij bij [verdachte] het geld wisselden, omdat alleen [verdachte] te vertrouwen was. Ik had geregeld contact met [verdachte] over het wisselen van geld. Ik heb [verdachte] leren kennen via H.
In zijn verklaring van 2 mei 2002 verklaarde [A] als volgt, zakelijk weergegeven (dossierpagina 006199 e.v.):
Ik zal u nu verklaren omtrent de groep mensen die zorgen voor de invoer van heroïne en andere verdovende middelen vanuit Nederland naar Engeland. Het betreft een grote georganiseerde bende die vooral bestond uit Engelsen. Met betrekking tot de heroïne had de groepering contacten bij Turken in Nederland. Ik was een bemiddelaar die in opdracht van de groep van T (het hof begrijpt: [T]) zorgde voor het contact met de leveranciers van heroïne. De leveranciers die ik ken waren B (het hof begrijpt: [B]) en de broers M en H (het hof begrijpt: [E] en [C]). De leverancier van H was een man, een Turk, die reed in een zilverkleurige Volkswagen Golf TDI. De Pakistaan waarover ik heb verklaard, S (het hof begrijpt: verdachte), kent die man heel goed. Een andere leverancier van H wordt “de dikke” genoemd. Hij is een neef van H en van de andere leverancier met de Volkswagen Golf. Ik heb gezien dat die man met grote zakken geld naar S ging om te wisselen. Ik heb gezien dat ze in twee keer binnen een week 700.000 Engelse pond hebben gewisseld bij S. Ik zag ongeveer 2 à 3 maanden terug dat de blauwe Golf aan kwam rijden en twee tassen met geld overhandigde. S vertelde mij daarna dat het zoveel geld betrof.
Het hof is van oordeel dat het – gelet op bovengenoemde verklaringen en de overige bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang beschouwd – aannemelijk is dat verdachte in ieder geval vanaf november 2001 wetenschap had van de activiteiten die [A] in die tijd ontplooide, te weten: de handel in verdovende middelen. Verdachte heeft niet alleen erkend een aanzienlijk geldbedrag te hebben gewisseld in opdracht van [A] en voorts meermalen valutaberekeningen en andere informatie met betrekking tot wisselkoersen aan [A] te hebben verstrekt, maar ook dat hij [A] in contact heeft gebracht met leveranciers van hasj en cocaïne. Zowel [A] als verdachte hebben verklaard dat zij elkaar hebben ontmoet via [C]. [C] wordt door [A] omschreven als één van de Turken waarmee hij dealde in heroïne. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [A] de heroïne in opdracht van een Engelse groepering aankocht. Deze deals werden bekostigd met Engelse ponden, die (onder meer) door bemiddeling van verdachte werden omgewisseld. Uit het feit dat verdachte wist dat [A] handelde in verdovende middelen en zelfs zijn hulp aanbood om daarbij te bemiddelen, het feit dat [A] contacten had met Turkse groeperingen en het feit dat [A] telkens grote hoeveelheden Engelse ponden in contanten ter wisseling aan verdachte aanbood, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat verdachte wist dat zijn faciliterende handelingen in direct verband stonden met de aankoop van grote hoeveelheden verdovende middelen. Ten overvloede merkt het hof – in reactie op het door de raadsman gevoerde verweer – nog op dat het faciliteren van de aankoop van heroïne op zich niet impliceert dat deze transactie ook is gericht op de uitvoer van heroïne naar Groot-Brittannië, maar dat uit voorgaande overwegingen en de bewijsmiddelen – met name uit het feit dat verdachte in opdracht van [A] en mensen die in contact stonden met [A] herhaaldelijk grote hoeveelheden Engelse ponden wisselde en informatie verstrekte over de wisselkoersen met betrekking tot deze geldsommen – genoegzaam blijkt dat verdachte op de hoogte was van de bestemming van de drugs en aldus medeplichtig is aan de uitvoer van heroïne.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven
ten aanzien van het onder 1 nog meer subsidiair, 2 nog meer subsidiair, 3 nog meer subsidiair, 4 nog meer subsidiair, 5 nog meer subsidiair, 6 nog meer subsidiair bewezenverklaarde:
telkens:
Medeplichtigheid aan het medeplegen van:
Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, eerste lid, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het onder 8 en 9 bewezenverklaarde:
telkens:
Het medeplegen van:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, eerste lid, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het onder 10 bewezenverklaarde:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren met aftrek van het voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen hoofdstraf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur leiden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het faciliteren van de uitvoer van grote hoeveelheden heroïne. Naast het wisselen van een groot geldbedrag met betrekking tot op handen zijnde heroïnetransacties en het te dien aanzien verstrekken van informatie over wisselkoersen, heeft verdachte zich ook tot tweemaal toe schuldig gemaakt aan het bemiddelen bij cocaïnedeals. Verdachte heeft bij deze feiten welbewust gehandeld om er – ook naar eigen zeggen – financieel beter van te worden. Door uit winstbejag en in georganiseerd verband mee te werken aan de instandhouding van de internationale handel in harddrugs, heeft verdachte de ernstige gevolgen van zijn gedragingen voor de samenleving voor lief genomen.
De internationale illegale handel in hard- en softdrugs leidt niet alleen tot een ontwrichting van het beleid dat in de betrokken landen wordt gevoerd om het drugsgebruik te reguleren, maar heeft bovenal een negatieve uitwerking op de reeds bestaande maatschappelijke problematiek die is verbonden aan de handel in en het gebruik van verdovende middelen. Drugsgebruik schaadt de volksgezondheid en wordt zowel direct als indirect in verband gebracht met vele vormen van criminaliteit en overlast. Handelingen die mede tot doel hebben illegaal drugs op de markt te brengen dienen daarom streng te worden bestraft. Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep – ondanks zijn bij herhaling geuite gevoelens van spijt – geen moment blijk gegeven zich ervan bewust te zijn welke schadelijke gevolgen een dergelijke handel met zich brengt.
Het hof heeft mede gelet op een de verdachte betreffend uittreksel justitieel documentatieregister van de centrale justitiële documentatie, gedateerd 24 maart 2004, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van soortgelijke feiten is veroordeeld.
Gelet op de berechting in vergelijkbare gevallen zou een gevangenisstraf als door de rechtbank opgelegd gerechtvaardigd zijn. Het hof zal echter een gevangenisstraf van vier jaren opleggen. Daarbij speelt in belangrijke mate mee dat de verdachte van het onder feit 7 telastegelegde is vrijgesproken. De door de verdediging aangevoerde persoonlijke omstandigheden en de door de raadsman gestelde verwijzing naar de cultuurgebondenheid van verdachtes handelen zijn niet van dien aard dat daarin aanleiding kan worden gevonden tot strafvermindering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 2(oud), 3(oud), 10(oud) en 11(oud) van de Opiumwet en de artikelen 47, 48, 49, 57, 63 en 140 van het Wetboek van Strafrecht
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair, 2 primair, subsidiair en meer subsidiair, 3 primair, subsidiair en meer subsidiair, 4 primair, subsidiair en meer subsidiair, 5 primair, subsidiair en meer subsidiair, 6 primair, subsidiair en meer subsidiair en 7 telastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen, dat verdachte het onder 1 nog meer subsidiair, 2 nog meer subsidiair, 3 nog meer subsidiair, 4 nog meer subsidiair, 5 nog meer subsidiair, 6 nog meer subsidiair, 8, 9 en 10 telastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is telastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.
Bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door
mr Vegter, voorzitter,
mrs Verheugt en Koksma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr Beaujean, griffier,
en op 13 april 2004 ter openbare terechtzitting uitgesproken.