ECLI:NL:GHARN:2004:AO8765
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J. Nunnikhoven
- A. Mannoury
- H. Harteveld
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding na vrijspraak in hoger beroep van brandstichting bij vuurwerkramp te Enschede
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 mei 2004 uitspraak gedaan op het verzoek van André de V. tot schadevergoeding op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Dit verzoek volgde na zijn vrijspraak in hoger beroep van de verdenking van brandstichting die leidde tot de vuurwerkramp in Enschede. Het verzoekschrift was op 21 augustus 2003 ingediend door mr. A. Moszkowicz, advocaat te Amsterdam, en betrof een schadevergoeding voor de ondergane verzekering en de tijd die verzoeker in voorlopige hechtenis had doorgebracht.
Het hof heeft in openbare raadkamer op 5 april 2004 de advocaat-generaal en de raadsman van verzoeker gehoord. De advocaat-generaal concludeerde tot toewijzing van een vergoeding van € 60.280,-, gebaseerd op de standaardvergoeding, maar het hof heeft uiteindelijk besloten om een hogere vergoeding toe te kennen. Verzoeker had 836 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 92 dagen in beperkingen. Het hof overwoog dat de detentie bijzonder ontwrichtend was voor het leven van verzoeker, mede gezien de ernst van de zaak.
Het hof heeft vastgesteld dat, hoewel verzoeker bijgedragen heeft aan het voortduren van de voorlopige hechtenis door onjuiste verklaringen en gedrag, er toch gronden van billijkheid aanwezig waren om een hogere schadevergoeding toe te kennen. Uiteindelijk heeft het hof besloten om een vergoeding van € 125.000,- toe te kennen aan verzoeker, en het meer of anders verzochte werd afgewezen. De griffier van het gerechtshof te Arnhem werd opgedragen om het bedrag over te maken op een door verzoeker op te geven rekening.