ECLI:NL:GHARN:2004:AO8767
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J. Nunnikhoven
- A. Mannoury
- H. Harteveld
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding ex artikel 89 Wetboek van Strafvordering na vrijspraak van meineed
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 mei 2004 uitspraak gedaan op het verzoek tot schadevergoeding van de voormalige klusjesman van SE Fireworks, naar aanleiding van zijn vrijspraak in hoger beroep van de verdenking van meineed. Het verzoekschrift, ingediend door mr. W.F. de Haan, advocaat te Groningen, was gericht op het verkrijgen van een vergoeding op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering, ter compensatie van schade als gevolg van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis. De zaak was eerder geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, zoals vastgesteld in een arrest van 27 maart 2003.
Het hof heeft op 5 april 2004 de advocaat-generaal en verzoeker gehoord in een openbare raadkamer. De advocaat-generaal concludeerde tot gedeeltelijke toewijzing van de gevraagde schadevergoeding, met een standaardbedrag van € 95,- per dag in voorlopige hechtenis. De raadsman heeft het verzoekschrift toegelicht en volhard in zijn verzoek, waarbij hij stelde dat er sprake was van detournement de pouvoir tijdens de inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis. Het hof oordeelde echter dat, hoewel er ernstige bezwaren tegen verzoeker bestonden, de inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis niet onrechtmatig waren.
Het hof overwoog dat op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering een vergoeding kan worden toegekend indien de zaak is geëindigd zonder straf of maatregel en er gronden van billijkheid aanwezig zijn. Verzoeker had negen dagen in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, en het hof oordeelde dat er redenen waren om een hogere vergoeding toe te kennen dan gebruikelijk. Uiteindelijk werd besloten om verzoeker een vergoeding van € 190,- per dag toe te kennen, wat resulteerde in een totaalbedrag van € 1.710,-. Het hof wees het meer of anders verzochte af en bepaalde dat het bedrag aan verzoeker zou worden betaald via een bankoverschrijving.