3.2 Een door partijen ondertekende akte van 20 september 1998, met als opschrift “overeenkomst van maatschap” houdt onder meer het volgende in (daarbij staat “vennoot sub 1” voor [geïntimeerde] en “vennoot sub 2” voor [appellanten]):
“Doel
Artikel 2
Het doel van de overeenkomst van maatschap is het gezamenlijk en voor gemeenschappelijke rekening uitoefenen van een agrarisch bedrijf, staande en gelegen aan de [adres] en omvat alle handelingen welke in de ruimste zin des woords daarmee rechtstreeks en zijdelings verband houden.
Duur
Artikel 3
De overeenkomst van maatschap is aangegaan op 1 mei 1999 voor bepaalde tijd. De maatschap wordt ontbonden per 30 april 2009.
Inbreng
Artikel 4
1. In de maatschap is ingebracht per 1 mei 1999
A. Door de vennoot sub 1:
1. Het gebruik en genot van de hen in volle eigendom toebehorende onroerende zaken, bestaande uit percelen cultuurgrond gelegen te [plaatsnaam], het geheel kadastraal bekend [kadasternummer] samen groot 44.00.00 ha zoals aangegeven op bijgaande kadastrale kaart.
De ondergrond van de bedrijfsgebouwen, erfverharding en wegen, gelegen te [adres], met de daarop gestichte of nog te stichten bedrijfsgebouwen, zijn uitdrukkelijk bij de inbreng inbegrepen;
2. Het gebruik en genot van de met het bedrijf van de vennoot sub 1 samenhangende productierechten, bestaande uit bietenquotum (partijen zonder nadere omschrijving voldoende bekend) en andere met de grond verbonden rechten.
3. Zijn kennis en zakelijke relaties, alsmede zoveel arbeid en vlijt als nodig en mogelijk is.
B. Door de vennoot sub 2:
1. Het gebruik en genot van de hen in eigendom toebehorende roerende zaken, zoals opgenomen op de balans van het door de vennoot sub 2 tot en met die dag in maatschapsverband met elkaar uitgeoefende bedrijf te [plaatsnaam];
2. Hun kennis en zakelijke relaties, alsmede zoveel arbeid en vlijt als nodig en mogelijk is.
(...)
Winstverdeling
Artikel 13
1. Als grondslag van de winstverdeling zal gelden de jaarlijkse fiscale winst, zoals deze door de Westelijke Accountantskantoren Noord-Holland, vestiging [..] of door in onderling overleg nader aan te wijzen deskundige, over een boekjaar zal worden vastgesteld.
2. Winsten en verliezen, welke fiscaal niet in aanmerking genomen behoeven te worden, maar welke wel aan de exploitatie van het bedrijfsvermogen van de maatschap kunnen worden toegerekend, zullen op dezelfde wijze worden verdeeld als hieronder omschreven en wel als volgt:
De vennoot sub 1 ontvangt per maand een aandeel in het bedrijfsresultaat als vergoeding voor de inbreng van het gebruik en genot in de maatschap van de onroerende zaken in artikel 4 van deze akte voornoemd. Alle kosten, lasten, afschrijvingen en renten van schulden, welke betrekking hebben op de onroerende zaken, waarvan het gebruik en genot is ingebracht, komen ten laste van de inbrengende vennoot persoonlijk.
Vervolgens zal aan ieder der vennoten een vergoeding naar zijn geleverde arbeidsprestatie worden toegekend. Deze vergoedingen zullen aan het einde van elk boekjaar in onderlinge overeenstemming worden vastgesteld.
3. Hetgeen na de hiervoor voormelde vergoedingen als saldo resteert wordt jaarlijks als volgt verdeeld:
De vennoot sub 1 ontvangt of draagt: tien procent (10%);
De vennoot sub 2 ontvangt of draagt: negentig procent (90%);
4. De verdeling van het bedrijfsresultaat kan jaarlijks in onderling overleg worden gewijzigd.
5. Indien de maatschap in enig jaar verlies heeft gemaakt wordt dit uitsluitend gedragen door vennoot sub 2. Indien vennoot sub 2, op grond van de vorige volzin, in enig jaar een groter aandeel van het verlies draagt dan hij op grond van lid 3 van dit artikel zou dragen, zal de winst in de twee voorafgaande jaren, dan wel indien dit niet voldoende is, de winst in een later jaar ten belope van dit verlies allereerst aan de vennoot sub 2 toekomen."
3.3 Een door partijen ondertekende akte van eveneens 20 september 1998, met als opschrift “aanvulling overeenkomst van maatschap” houdt onder meer het volgende in (daarbij staat opnieuw “vennoot sub 1” voor [geïntimeerde] en “vennoot sub 2” voor [appellanten]):
"WINSTVERDELING
In artikel 13 lid 2 wordt bepaald dat aan ieder der vennoten een vergoeding wordt toegekend naar zijn geleverde arbeidsprestatie.
Partijen komen hierbij overeen dat aan de ondergetekende sub 1 een arbeidsvergoeding wordt toegekend ter grootte van ƒ 1.550,— (zegge: éénduizend vijfhonderd en vijftig gulden) per jaar, per hectare landbouwgrond die door de ondergetekende sub 1 in gebruik en genot is ingebracht in de maatschap. De vergoeding bedraagt derhalve ƒ 68.200,— (zegge: achtenzestigduizend en tweehonderd gulden) per jaar.
Deze vergoeding zal aan de ondergetekende sub 1 per maand worden uitbetaald, d.i. per maand een bedrag van ƒ 5.683,33.
Daarnaast ontvangt ondergetekende sub 1 een vergoeding voor de inbreng in gebruik en genot van de onroerende zaken van ƒ 44.000,—. Dit bedrag wordt als volgt betaald: per maand een bedrag van ƒ 1.816,67 en het dan nog resterende bedrag in twee termijnen van ƒ 11.100,— waarvan de eerste voldaan dient te worden per 1 mei en de laatste per 1 november.
De vergoeding voor de inbreng in gebruik en genot van de onroerende zaken alsmede de vergoeding voor de arbeid zoals hiervoor is vermeld (voorzover deze per maand afgerekend dient te worden) , zullen op de laatste dag van iedere maand worden overgemaakt op een rekening van de ondergetekende sub 1. De arbeidsvergoeding van de ondergetekende sub 2 zal jaarlijks worden vastgesteld."