ECLI:NL:GHARN:2004:AS4159
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. van Amsterdam
- J. van Schie
- M. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Sanctie van de 16e Standaardvoorwaarde bij vervreemding van aandelen binnen fiscale eenheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 december 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] Holding BV en de Inspecteur van de Belastingdienst over de aanslag vennootschapsbelasting 2001. De belanghebbende, [X] Holding BV, maakte sinds 1987 deel uit van een fiscale eenheid met haar dochtervennootschappen. De Inspecteur had bij beschikking van 9 december 1987 standaardvoorwaarden vastgesteld die door de vennootschappen waren aanvaard. De zaak draait om de vraag of de Inspecteur terecht de 16e standaardvoorwaarde heeft ingeroepen na de vervreemding van aandelen in Bouwbedrijf [X/b] BV binnen de termijn van zes boekjaren.
De belanghebbende heeft in 2002 de aandelen in Bouwbedrijf [X/b] BV verkocht, wat leidde tot de verbreking van de fiscale eenheid. De Inspecteur verhoogde het belastbaar bedrag van de belanghebbende met de stille reserve in het pand dat aan Bouwbedrijf [X/b] BV toebehoorde. De belanghebbende betwistte deze verhoging en stelde dat de Inspecteur door zijn eerdere communicatie het in rechte te beschermen vertrouwen had gewekt dat de 16e standaardvoorwaarde niet zou worden ingeroepen.
Het Hof oordeelde dat de Inspecteur de 16e standaardvoorwaarde terecht had ingeroepen. De belanghebbende had door de vervreemding van de aandelen binnen de termijn van zes boekjaren de sanctie van de 16e standaardvoorwaarde over zich afgeroepen. Het Hof volgde de stelling van de belanghebbende niet dat de Inspecteur door zijn brief van 31 oktober 1997 het vertrouwen had gewekt dat de 16e standaardvoorwaarde niet zou worden ingeroepen. De uitspraak van het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond.