ECLI:NL:GHARN:2005:466
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A. Ruys
- J. Meijer
- M. Coumans
- Rechtspraak.nl
Behandeling van voorlopige hechtenis van een minderjarige verdachte in het strafrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 februari 2005 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een minderjarige verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1986, was betrokken bij een reeks inbraken in de periode van 1 januari 2002 tot en met 1 maart 2004. Het hof diende te oordelen over de rechtmatigheid van de verlenging van de voorlopige hechtenis, die was bevolen door de rechtbank Zutphen op 20 januari 2005. De raadsman van de verdachte betoogde dat de omschrijving van het strafbare feit in de beschikking onvoldoende nauwkeurig was, wat in strijd zou zijn met artikel 78 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof oordeelde dat de omschrijving van de feiten niet voldeed aan de eisen van de wet, waardoor de verdediging van de verdachte in het geding was. Het hof stelde vast dat de verdachte ten tijde van de feiten nog niet de leeftijd van achttien jaar had bereikt, wat extra waarborgen met zich meebrengt in het strafproces. Het hof concludeerde dat de verdachte niet overeenkomstig de wet was behandeld, wat leidde tot een schending van zijn rechten. Gezien de ernst van de gebreken in de procedure en de minderjarigheid van de verdachte, besloot het hof de voorlopige hechtenis op te heffen en de beschikking van de rechtbank te vernietigen. De verdachte werd onmiddellijk in vrijheid gesteld.