ECLI:NL:GHARN:2005:AS8164
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Houtman
- Rijken
- Frankena
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring en pluraliteit van schuldeisers in het kader van de Ziekenfondswet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank te Almelo van 5 januari 2005, waarin het verzoek tot faillietverklaring van de geïntimeerde werd afgewezen. De appellanten, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en het College Zorgverzekeringen (CZV), stellen dat zij een opeisbare (rest)vordering hebben op de geïntimeerde en dat er sprake is van pluraliteit van schuldeisers. Het hof heeft de feiten en argumenten van beide partijen in overweging genomen.
Het hof overweegt dat, volgens de Ziekenfondswet, CZV belast is met het beheer van de Algemene Kas, terwijl UWV verantwoordelijk is voor het vaststellen en innen van de ziekenfondspremies. Dit betekent dat alleen UWV als schuldeiser kan worden aangemerkt in het faillissement van de geïntimeerde. Het hof verwijst naar een eerder arrest van de Hoge Raad waarin werd vastgesteld dat in een vergelijkbare situatie de curator alleen met de Detam te maken heeft, wat impliceert dat er geen pluraliteit van schuldeisers is.
Aangezien CZV niet als zelfstandig schuldeiser kan worden aangemerkt, kan het verzoek tot faillietverklaring door CZV niet worden ingewilligd. Het hof concludeert dat niet is voldaan aan het vereiste van pluraliteit van schuldeisers, wat betekent dat het verzoek van UWV tot faillietverklaring moet worden afgewezen. De beslissing van het hof is dat de beschikking van de rechtbank wordt vernietigd voor zover deze betrekking heeft op CZV, dat niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn verzoek, terwijl de beschikking voor het overige wordt bekrachtigd.