2. Feiten
Het Hof stelt op grond van de stukken als tussen partijen niet in geschil dan wel door één der partijen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, de volgende feiten vast.
2.1. Belanghebbende is op 9 juni 1999 opgericht met als doel a) het vergroten van de bekendheid van Z en de verbetering van de beeldvorming, zowel in nationaal als in inter-nationaal verband om op deze manier een positief effect te bereiken op het leefklimaat in de gemeente in cultureel, economisch en sportief opzicht, en b) het vergroten van de betrokkenheid van de inwoners en ondernemers van Z bij de stad.
2.2. De werkzaamheden die belanghebbende vanaf haar oprichting verrichtte, werden voorheen door een afdeling van de gemeente Z uitgevoerd. De taken en werkzaam-heden heeft de gemeente Z overgedragen aan belanghebbende, waartoe deze in een over-drachtsstatuut in detail zijn omschreven. De bepalingen van het overdrachtsstatuut luiden als volgt:
”De gemeente Z, vertegenwoordigd door de burgemeester (hierna te noemen: de gemeente)
En
De Stichting Z, vertegenwoordigd door haar directeur, (hierna te noemen: de stichting)
Komen het volgende overeen:
Artikel 1
De gemeente draagt de volgende taken op het terrein van en citymarketing op en over aan de stichting:
1. algemene
• het opstellen en (mede) uitvoeren van promotieplannen voor stad en stadsdelen
• het laten uitvoeren van marktonderzoek
• het organiseren van ontvangsten, bezoeken en rondleidingen
• het deelnemen aan beurzen en manifestaties
• het fungeren als centraal aanspreekpunt voor
• het adviseren aan en overleggen met de gemeente en organisaties op promotioneel gebied
2. publiciteit en marketing
• het gebruiken van public affairs
• het bevorderen en organiseren van positieve berichtgeving in landelijke media, vaktijdschriften en
dergelijke bijvoorbeeld door deelname aan TV-programma’s
• het verzorgen van de uitgave van magazines zoals A en Z Perspectief, een krant/kalender en nieuwsbrieven
3. topsport
het overleggen, afstemmen en uitvoeren van activiteiten op het gebied van acquisitie, organisatie en
sponsoring van evenementen op topsportgebied
4. sponsoring en advertising
• het zijn van centraal coördinatiepunt voor algemene sponsorwerving
• het verzorgen van de sponsorwerving voor bestaande, eigen en nieuwe evenemen-ten
• het verzorgen van actieve sponsoring van evenementen in en rond Z
• het werven van advertenties voor magazines en andere publicaties
• het verzorgen van overige acquisitie
5. publieksevenementen
• het plannen, opstellen en bewaken van de evenementenkalender
• het acquireren en coördineren van evenementen
• het (mede)organiseren van evenementen
• het ondersteunen bij promotionele/publicitaire activiteiten
• het adviseren van evenementenorganisatoren
6. loket/baliefunctie
• het zijn van informatie-/vraagbaakfunctie voor de evenementenbranche
• het verzorgen van kaartverkoop voor evenementen in Z
• het verkopen van promotie-artikelen en verzorgen van merchandising
• het zijn van informatiepunt voor inwoners en bezoekers van Z
• het zijn van informatiepunt voor het in Z actieve bedrijfsleven
7. organiseren en coördineren van bijzondere projecten
• het organiseren van het jubileumjaar “Z 2001” (m jaar Z en n inwoners)
• het verzorgen van de supervisie en coördinatie van de uitvoering van de promotie-campagne “P”
• het verzorgen van de coördinatie van evenementen op het a-terrein en b-strand
• het verzorgen van de promotie van het podium op het c-plein, zulks in overleg met de dienst stadscentrum
• het betrokken zijn bij het culturele evenementenfonds en de culturele impuls van Z-d
Artikel 2
1. De stichting zal bij de uitoefening van haar taken de belangen en het beleid van de gemeente in acht nemen.
2. De stichting en de gemeente, waaronder de ambtelijke diensten, zullen zorg dragen voor een goede
samenwerking, een goede afstemming van evenementen en een goede overlegstructuur, zonder dat de
stichting daarvoor kosten is verschuldigd anders dan die welke wettelijk zijn voorgeschreven zoals
bijvoorbeeld gemeentelijke belastingen.
3. De gemeente is gerechtigd ter benoeming in de raad van toezicht van de stichting een lid voor te dragen,
welk lid door de stichting dan wel de daartoe bevoegde organen van de stichting zal worden benoemd.
4. De stichting zal jaarlijks ter uitvoering van haar taken in enig kalenderjaar een bedrijfsplan vaststellen
welk plan vóór 1 januari van enige jaar, te beginnen met 1 januari 2000, ter toetsing aan de gemeente zal
worden voorgelegd. Leidraad bij toetsing is het bepaalde in het eerste lid van dit artikel. Bij verschil van
inzicht tussen partijen zullen zij in overleg treden om tot overeenstemming te komen.
5. De stichting zal elk jaar vóór 1 januari, te beginnen met 1 januari 2000, aan de gemeente de begroting
van de stichting doen toekomen.
6. De stichting zendt onmiddellijk na vaststelling aan de gemeente het jaarverslag en de jaarrekening van de
stichting, te beginnen met de periode over 1999. Aan de hand van deze stukken zal de gemeente beoordelen
of de stichting bij de uitoefening van haar ta-ken de belangen en het beleid van de gemeente in voldoende
mate in acht heeft genomen. Zo dat naar het oordeel van de gemeente niet het geval is, zal de gemeente
met de stichting hierover in overleg treden. Zo nodig zullen nadere afspraken worden gemaakt.
Artikel 3
1. De gemeente stelt jaarlijks aan de stichting een bedrag van ƒ 982.000,– beschikbaar. (...)
2. De gemeente stelt eenmalig een bedrag van ƒ 1.308.000,-- beschikbaar, (...)
3. De gemeente stelt voor de periode lopende van 1 januari 2004 tot 1 januari 2005 een bedrag beschikbaar
van ƒ 130.000,-- welk bedrag vóór 1 januari 2004 zal worden over-gemaakt op een daartoe door de stichting
aangewezen rekening. Dit bedrag van ƒ 130.000,-- zal vanaf 1 januari 2000 worden aangepast aan de door
de raad bij de res-pectieve begrotingsbehandelingen vast te stellen prijsindexcijfers.
De in dit artikel vermelde bedragen zijn voor zover van toepassing inclusief BTW.
Artikel 4
1. De stichting is belast met het in Z (laten) organiseren van kermissen en zal de daaruit voortvloeiende
netto-inkomsten aanwenden ter financiering van haar activiteiten.
2. De stichting zal jaarlijks, te beginnen in 1999, ƒ 25.000,-- van de inkomsten als bedoeld in het eerste lid
overmaken aan de gemeente ten behoeve van door de afdeling welzijn namens de gemeente te subsidiëren
activiteiten. De betaling zal geschieden tel-kens vóór 1 april van enig jaar waarbij de betaling in 1999 zal
dienen plaats te vinden vóór 1 september van dat jaar.
Artikel 5
De subsidievoorschriften van de gemeente waaronder voorschriften betreffende vermogensvorming zijn niet
van toepassing op de rechtsverhouding zoals in deze overeenkomst geregeld.
Artikel 6
De bij de gemeente werkzame personen als genoemd in het Sociaal Statuut zullen bij de stichting in dienst
treden zulks met inachtneming van de tussen de gemeente en de stichting in het Sociaal Statuut
overeengekomen voorwaarden.(...)”
2.3. Belanghebbende is opgericht door de heer E, indertijd hoofd afdeling communicatie bij de gemeente Z. De achterliggende gedachte was dat door een onafhankelijke stichting een aantal taken te laten uitvoeren, er een hogere mate van efficiency en een inzichtelijke kostenstructuur konden worden bereikt. De gemeente kon zich hierin goed vinden, met dien verstande dat het bij haar werkzame personeel, dat zich voorheen met de activiteiten bezig hield, zou overgaan naar belanghebbende. Belanghebbende is hiermee akkoord gegaan onder de voorwaarde dat de gemeente (met name) de loonkosten van het personeel voor haar rekening zou nemen. Belanghebbende is gestart met 3 werknemers (2,5 fte). Omdat het een meerjarenproject betrof, kon deze bijdrage niet in het (jaarlijks vast te stellen) algemene subsidiebeleid van de gemeente worden opgenomen en werd besloten om de bijdrage in het hiervoor geciteerde statuut op te nemen.
2.4. De inkomsten van belanghebbende in het jaar 2003 bestonden voornamelijk uit de in het statuut genoemde bijdrage van de gemeente (€ 509.848), opbrengsten van de kermis (€ 238.387), een bijdrage topsportevenement (€ 107.954), sponsoring (€ 180.363), opbrengsten havenfestival (€ 175.144). Jaarverslagen over eerdere jaren tonen een soortgelijke verhouding van de inkomsten. Tegenover de opbrengsten van de kermis staat een uitgave voor de organisatie ervan van € 107.851. Tegenover de opbrengsten van het havenfestival staat in het jaar 2003 een even groot bedrag aan uitgaven (€ 175.144).
2.5. De Belastingdienst heeft in 1999 het standpunt ingenomen dat belanghebbende als ondernemer voor de omzetbelasting is aan te merken en dat de bijdragen van de gemeente Z als vergoedingen voor belaste prestaties zijn aan te merken. Belanghebbende heeft over de gemeentelijke bijdragen omzetbelasting op aangifte voldaan. Medio 2002 heeft gemachtigde in een gesprek de Belastingdienst verzocht dit standpunt in heroverweging te nemen. Deze heroverweging heeft er niet toe geleid dat het standpunt werd gewijzigd.