2.5 Met betrekking tot de gang van zaken voorafgaande aan de totstandkoming van de onderhandse akte d.d. 16 december 1997 hebben [geïntimeerde sub 2] en de aan diens zijde voorgebrachte getuigen als volgt verklaard.
- [geïntimeerde sub 2] heeft verklaard dat hij in november 1997 de grond achter de woning van [geïntimeerde sub 1] heeft gekocht. Omdat [geïntimeerde sub 1] op dat moment niet bereid was ook de woning te verkopen, zijn partijen overeengekomen dat [geïntimeerde sub 2] het recht van eerste koop betreffende die woning zou krijgen. Zonder die woning was de grond voor hem niet interessant. Bij dit alles was [getuige 3] aanwezig (verklaring [geïntimeerde sub 2] 7 mei 2004).
- Dit is bevestigd door [getuige 3]: Hij was aanwezig bij de bespreking tussen [geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 1] over de verkoop van de grond en de mogelijke verkoop van de woning en bij de afspraak tussen laatstgenoemden dat [geïntimeerde sub 2] het recht van eerste koop zou krijgen. Beide afspraken (zowel de koop als het recht van eerste koop) zouden notarieel worden vastgelegd. (verklaring [getuige 3] 24 februari 2000).
- Voorafgaande aan de eigendomslevering van de door [geïntimeerde sub 2] gekochte grond, zijn hij en [geïntimeerde sub 1] bij de notaris, mr Derkman, geweest om het transport te bespreken. [geïntimeerde sub 2] heeft hem gevraagd hoe het recht van eerste koop kon worden vastgelegd, waarop de notaris antwoordde dat zulks kon "op zijn kantoor" maar dat zij het ook zelf op papier konden zetten (verklaring [geïntimeerde sub 2] 7 mei 2004).
- Dit vindt steun bij de notaris Derkman. Een week voor het transport op 16 december 1997 kwamen [geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 1] bij hem op kantoor voor een voorbespreking. [geïntimeerde sub 2] vroeg hem, zo herinnert Derkman zich vagelijk, of notariële tussenkomst vereist was voor het vastleggen van het recht van koop van een huis. Hij antwoordde dat zulks niet noodzakelijk was, maar dat het aan te bevelen was het wel schriftelijk te doen. Bij het transport op 16 december 1997 is er niet meer over gesproken (verklaring Derkman 6 februari 2004).
- Op 16 december 1997 heeft de eigendomslevering van de grond plaatsgevonden. Daarna, op dezelfde dag, heeft [geïntimeerde sub 1] bij [geïntimeerde sub 2] de akte betreffende het recht van eerste koop ondertekend. [geïntimeerde sub 2] had die akte tevoren uitgetypt. Bij de ondertekening waren, naast [geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 1], aanwezig de echtgenote van [geïntimeerde sub 2] en een kennis, genaamd [getuige 4] (verklaring [geïntimeerde sub 2] 7 mei 2004).
- [geïntimeerde sub 2]' echtgenote heeft verklaard dat op 16 december 1997, de dag van de overdracht van de grond, [geïntimeerde sub 1] de akte betreffende het recht van eerste koop, die haar man al klaar had liggen, heeft ondertekend. Daarbij was ook [getuige 4] aanwezig (verklaring [getuige 5] 6 februari 2004).
- [getuige 4] heeft verklaard dat hij regelmatig met [geïntimeerde sub 2] naar de sauna ging. Op 17 december 1997 was hij bij [geïntimeerde sub 2] thuis. Diens vrouw vertelde hem dat [geïntimeerde sub 2] bij de notaris was. Nadat [geïntimeerde sub 2] was thuisgekomen, samen met degene van wie hij een stuk grond had gekocht, zei [geïntimeerde sub 2] iets in de trant van: zullen we dat andere ook in orde maken. Tijdens het gesprek werd hem, [getuige 4], duidelijk dat het ging om een recht van eerste koop. [geïntimeerde sub 2] had een getypt formulier dat ter plaatse werd getekend. [getuige 4] verklaart precies te weten dat het 17 december 1997 moet zijn geweest, omdat zij dinsdags altijd naar de sauna gingen; 's maandags kon hij nooit en 's woensdags was het 'vrouwendag'. Later die maand zijn ze niet meer naar de sauna geweest en uiteindelijk is [geïntimeerde sub 2] die dag ook niet meegegaan naar de sauna (verklaring [getuige 4] 24 februari 2000). Het hof merkt op dat de getuige zich moet hebben vergist in de datum van 17 december, nu 17 december 1997 viel op een woensdag en 16 december 1997 op een dinsdag. Aangezien de woensdag de 'vaste vrouwendag' was bij de sauna, is het aannemelijk dat [getuige 4] hier verklaart over de gebeurtenissen op dinsdag, en dat moet dan 16 december 1997 zijn geweest. Aldus vormt ook deze verklaring een ondersteuning van de stellingen van [geïntimeerde sub 2].
- Nadat [geïntimeerde sub 1] de akte had ondertekend, heeft [geïntimeerde sub 2] hem naar het huis van [getuige 3] gebracht. [geïntimeerde sub 2] had de stukken (de ontwerpakte (waarmee waarschijnlijk wordt bedoeld: de transportakte, toev. hof) en de akte inzake het recht van eerste koop) bij zich en heeft deze aan [getuige 3] laten zien. Dezelfde dag 's avonds kwam [getuige 6] bij hem thuis en deze heeft de akte betreffende het recht van eerste koop ook gezien (verklaring [geïntimeerde sub 2] 7 mei 2004).
- [getuige 3] verklaart dat [geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 1] op de dag van de overdracht, 16 december 1997, bij hem thuis zijn geweest en dat hij toen de ontwerpakte (waarschijnlijk is bedoeld de transportakte, toev. hof) en het recht van eerste koop (waarbij de getuige de als productie 3 bij conclusie van antwoord van [geïntimeerde sub 1] overgelegde akte heeft herkend) heeft gezien (verklaring [getuige 3] 24 februari 2000).
- [getuige 6] verklaart dat hij in de avond van 16 december 1997 bij [geïntimeerde sub 2] is geweest en daar de "ontwerpakte van de notaris" heeft gezien "waarmee ik bedoel de akte die 's-morgens bij de notaris was gepasseerd." Hij heeft toen ook het recht van eerste koop gezien (waarbij blijkens het proces-verbaal de getuige de als productie 3 bij conclusie van antwoord van [geïntimeerde sub 1] overgelegde akte heeft herkend) (verklaring [getuige 6] 24 februari 2000).
- Ten slotte heeft [geïntimeerde sub 1] verklaard dat hij op 16 december 1997, na het passeren van de transportakte bij de notaris, bij [geïntimeerde sub 2] thuis de akte betreffende het recht van eerste koop heeft ondertekend. Daarbij was [geïntimeerde sub 2] echtgenote aanwezig (verklaring [geïntimeerde sub 1] 6 februari 2004).