ECLI:NL:GHARN:2005:AT8733
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- M. Mannoury
- A. Hilverda
- J. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het vonnis in kort geding inzake parkeerfaciliteiten door het Gerechtshof Arnhem
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 juni 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep van een kort geding. De zaak betreft een geschil tussen de Interconfessionele Stichting Gezondheidszorg Rivierenland (hierna: het ziekenhuis) en de commanditaire vennootschap Parkeermanagement Nederland C.V. (hierna: PMN). PMN had in eerste aanleg een voorlopige voorziening gevraagd met betrekking tot de heraanbesteding van het parkeermanagement van het ziekenhuis. Echter, tijdens de procedure heeft PMN aangegeven dat zij geen rechtstreeks belang meer had bij de uitkomst van het geschil, omdat het ziekenhuis had besloten het management van de parkeerfaciliteiten in eigen hand te nemen.
Het hof heeft geconcludeerd dat PMN geen belang meer had bij de gevraagde voorlopige voorziening en heeft haar vordering niet-ontvankelijk verklaard. Het hof overweegt dat een kort geding, dat is gebaseerd op een concrete belangenafweging, zich niet leent voor een principiële beantwoording van rechtsvragen. Dit betekent dat het hof niet ingaat op de inhoudelijke grieven van het ziekenhuis, omdat PMN zich heeft gerefereerd aan het oordeel van het hof.
De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Arnhem van 9 juli 2004 wordt vernietigd. De proceskosten in eerste aanleg worden gecompenseerd, terwijl PMN wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Het hof heeft de kosten van het hoger beroep vastgesteld op € 894 voor salaris van de procureur en € 468,78 voor verschotten. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.