ECLI:NL:GHARN:2005:AU4184
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- J. van den Heuvel
- A. Boekhorst Carrillo
- A. van Seventer
- Rechtspraak.nl
Vergoeding wegens ondergane inverzekeringstelling in de zaak van Eric O.
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 oktober 2005 uitspraak gedaan over een verzoek tot schadevergoeding van Eric O., die in verband met zijn aanhouding en inverzekeringstelling een vergoeding vroeg op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker was op 31 december 2003 in Irak aangehouden en op 1 januari 2004 in Nederland in verzekering gesteld. De inverzekeringstelling werd op 2 januari 2004 door de rechter-commissaris getoetst en niet onrechtmatig bevonden. Verzoeker werd op 6 januari 2004 in vrijheid gesteld, maar had geen voorlopige hechtenis ondergaan.
Het hof heeft op basis van de wettelijke regeling vastgesteld dat schade die het gevolg is van de vrijheidsbeneming vergoed kan worden, maar dat schade door andere oorzaken niet in aanmerking komt. Verzoeker had een verzoek ingediend voor immateriële schadevergoeding van € 300.000, inclusief pensioenschade, maar het hof oordeelde dat de gevraagde schadevergoeding niet kon worden toegewezen. Het hof heeft wel vastgesteld dat er gronden van billijkheid aanwezig waren voor een vergoeding van € 10.896,--, wat een compensatie was voor de immateriële schade die verzoeker had geleden door zijn inverzekeringstelling.
De uitspraak benadrukt dat de schadevergoeding in het kader van artikel 89 Sv. niet alleen afhankelijk is van de vrijheidsbeneming, maar ook van de omstandigheden van de zaak. Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden van de zaak, waaronder de arrestatie van verzoeker voor de ogen van zijn collega's en de zware kwalificatie van de feiten die aan de aanhouding ten grondslag lagen. De beslissing van het hof is een belangrijke uitspraak over de toepassing van schadevergoeding in het strafrecht, vooral in gevallen waar bijzondere omstandigheden aanwezig zijn.