ECLI:NL:GHARN:2005:AU5983
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- C.E. te Brake
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van kosten voor herhaalde borstverkleining in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 september 2005 uitspraak gedaan over de aftrekbaarheid van kosten voor een herhaalde borstverkleining in de inkomstenbelasting. De belanghebbende had in 2000 een eerste operatie ondergaan, waarvan de kosten niet door de zorgverzekeraar werden vergoed. In 2001 volgde een tweede operatie, die wel werd vergoed. Ontevreden over de resultaten van deze tweede operatie, onderging de belanghebbende in 2002 een derde operatie in een andere kliniek, waarvoor zij zelf € 4.855 heeft betaald. Deze kosten werden door de belanghebbende opgevoerd als aftrekbare ziektekosten in haar belastingaangifte voor het jaar 2002.
De Inspecteur van de Belastingdienst weigerde echter de aftrek van deze kosten, omdat niet was aangetoond dat de behandelingen medisch noodzakelijk waren en of er een vergoeding was aangevraagd bij de zorgverzekeraar. De belanghebbende heeft geen bewijsstukken overgelegd en reageerde niet op verzoeken om aanvullende informatie van de Inspecteur. Hierdoor bleef onduidelijk of de uitgaven voor de derde operatie op medisch advies waren gedaan.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 september 2005, waar de belanghebbende en haar gemachtigde niet verschenen, heeft het Hof de argumenten van de Inspecteur overgenomen. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de kosten voor de derde operatie aftrekbaar waren. De uitspraak van de Inspecteur werd gehandhaafd en het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard. Het Hof vond geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling.