ECLI:NL:GHARN:2005:AU7321
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.M. Kooijmans
- C.E. te Brake
- Rechtspraak.nl
Matiging van boete bij naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting op basis van persoonlijke omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 november 2005 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de daarbij opgelegde boete aan belanghebbende, aangeduid als X. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 8 juli 2003 tot en met 7 juli 2004, waarbij een bedrag van € 521 aan belasting is nageheven. De Inspecteur had een boete van 100% van de nageheven belasting opgelegd, wat resulteerde in een boete van € 521. Belanghebbende heeft echter aangevoerd dat het motorrijtuig, merk A, zonder zijn medeweten door een automonteur op de openbare weg was geplaatst, terwijl het kenteken was geschorst.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 oktober 2005 heeft het Hof de persoonlijke financiële omstandigheden van belanghebbende in overweging genomen. Het Hof oordeelde dat, hoewel de Inspecteur terecht de belasting had nageheven, de opgelegde boete in dit specifieke geval gematigd kon worden. Het Hof heeft de boete uiteindelijk vastgesteld op € 130, wat 25% van de nageheven belasting vertegenwoordigt. Dit besluit werd genomen in het licht van de bijzondere omstandigheden van belanghebbende, die de impact van de boete op zijn financiële situatie benadrukte.
Het Hof heeft de bestreden uitspraak van de Inspecteur gedeeltelijk bevestigd, maar de boetebeschikking vernietigd en de boete verlaagd. Tevens is bepaald dat de Staat het griffierecht van € 37 aan belanghebbende dient te vergoeden, en dat de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende moet bijdragen met een bedrag van € 25. Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen de mogelijkheid open om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.