ECLI:NL:GHARN:2005:AV1004
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Verheugt
- A. Vegter
- L. Lauwaars
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling van vreemdelingen zonder verblijfsstatus en de problematiek van reïntegratie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 december 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 18 augustus 2005, die de terbeschikkingstelling van een vreemdeling zonder verblijfsstatus met een jaar had verlengd. De problematiek rondom de reïntegratie van deze vreemdelingen in Nederland staat centraal. Het hof heeft onderzocht of er nog steeds sprake is van een ernstige stoornis en delictgevaar, en heeft geconcludeerd dat dit het geval is. De rechtbank heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd, omdat er nieuwe stukken en verklaringen van deskundigen zijn ingediend die de noodzaak van verlenging onderbouwen. Het hof heeft het verzoek tot aanhouding afgewezen, omdat het recidivegevaar op zowel korte als lange termijn als groot wordt ingeschat. Dit betekent dat er geen aanleiding is voor nader onderzoek naar opvangmogelijkheden in het land van herkomst, in dit geval Marokko.
De beslissing van het hof houdt in dat de terbeschikkingstelling met een jaar wordt verlengd. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizofrene stoornis van het paranoïde type, zonder ziekte-inzicht, en dat het risico op toekomstig gewelddadig gedrag groot is. De getuige-deskundige heeft bevestigd dat de betrokkene hulp en begeleiding nodig heeft. Het hof benadrukt dat de oplossing van de dilemma's rondom de terbeschikkingstelling niet alleen in handen van de rechter ligt, maar ook van de administratie en het openbaar ministerie, die moeten afwegen of een vreemdeling uitgezet moet worden. De uitspraak is gedaan door een kamer van het hof, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.