ECLI:NL:GHARN:2005:AV3042
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Dik
- Vegter
- Verheugt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep terbeschikkingstelling en tenuitvoerlegging van de maatregel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 25 juli 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Zutphen van 25 februari 2005, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. Het hof heeft vastgesteld dat het beroep uitsluitend gericht was tegen de tenuitvoerlegging van de TBS-maatregel en niet tegen de verlengingsbeslissing zelf. Hierdoor ontbrak het belang om de verlengingsbeslissing van de rechtbank te beoordelen. Het hof verklaarde de terbeschikkinggestelde niet-ontvankelijk in het hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank. Dit betekent dat de terbeschikkinggestelde geen recht had om in beroep te gaan tegen de verlenging van de terbeschikkingstelling, omdat de wetgever het hof geen beslissingsbevoegdheid heeft gegeven over de wijze van tenuitvoerlegging van de maatregel. De toetsing van de tenuitvoerlegging ligt bij andere instanties, zoals de beklagcommissie en de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming. Het hof heeft in zijn overwegingen benadrukt dat het beroep zich niet richtte tegen de verlengingsbeslissing, waardoor het hof niet verder kon ingaan op het verweer van de raadsman dat de wettelijke aantekeningen ontbraken. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.