ECLI:NL:GHARN:2005:AV3043

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
TBS 184/05
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Verheugt
  • A. Vegter
  • L. Lauwaars
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling na te late indiening van de verlengingsvordering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 december 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zwolle van 10 augustus 2005, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar had verlengd. De vraag die het hof diende te beantwoorden was of de verlengingsvordering, die te laat was ingediend, ontvankelijk was. Het hof oordeelde dat de vertraging van vier dagen niet afbreuk deed aan het belang van de terbeschikkinggestelde, en dat er bijzondere omstandigheden aanwezig waren die een verlenging van de terbeschikkingstelling eisten. Het hof stelde vast dat het delictrisico nog steeds aanwezig was en dat de betrokkene lijdt aan een schizofrene stoornis, met een geschiedenis van middelengebruik. Ondanks het feit dat de betrokkene de laatste maanden geen drugs meer had gebruikt, waren er geen significante behandelresultaten behaald, wat leidde tot een onverminderd groot recidiverisico. Gezien deze omstandigheden oordeelde het hof dat de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gerechtvaardigd was, ter bescherming van de veiligheid van anderen. De beslissing van de rechtbank werd vernietigd en de terbeschikkingstelling werd verlengd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2005\184
Beslissing d.d. 23 december 2005
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Zwolle van 10 augustus 2005, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
[-] Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het recht zal doen mede op grond van nieuwe stukken.
[-] Het hof is, met de raadsman, van oordeel dat de verlengingsvordering door de officier van justitie te laat is ingediend. Op grond van artikel 509oa van het Wetboek van Strafvordering is een verlengingvordering, die later dan een maand vóór het tijdstip waarop de terbeschikkingstelling door tijdsverloop zal eindigen, doch binnen een redelijke termijn is ingediend, niettemin ontvankelijk, indien er bijzondere omstandigheden aanwezig zijn waardoor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, ondanks het belang van de terbeschikkinggestelde, verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Het hof heeft thans de vraag te beantwoorden of in casu van zulk een redelijke termijn en van zulke bijzondere omstandigheden is gebleken.
Het hof overweegt hiertoe het volgende. Het hof oordeelt dat er in casu sprake is van een redelijke termijn als hierboven bedoeld nu de vertraging vier dagen bedroeg en niet is gebleken of gesteld dat die vertraging van deze beperkte duur afbreuk heeft gedaan aan enig belang van de terbeschikkinggestelde.
Het hof oordeelt dat er in casu tevens sprake is van bijzondere omstandigheden als hierboven bedoeld. Immers is het delictrisico nog onverminderd aanwezig en dit vormt -naast de overige gronden om de onderhavige terbeschikkingstelling te verlengen, als in het vervolg van deze beslissing te vermelden- een bijzondere omstandigheid die tot verlenging noopt.
[-] Uit het verlengingsadvies volgt dat betrokkene lijdende is aan een schizofrene stoornis en bekend is met fors middelengebruik. Positief is dat betrokkene de laatste maanden geen drugs meer heeft gebruikt. Minder gunstig is echter het uitblijven van behandelresultaten, wat resulteert in een onverminderd groot recidiverisico op de korte, middellange en lange termijn, indien betrokkene in een minder beveiligde setting zou verblijven. Op dit moment is de inschatting dat betrokkene nog lange tijd aangewezen zal zijn op behandeling.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar is geïndiceerd, daar de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Zwolle van 10 augustus 2005 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Aldus gedaan door
mr Verheugt als voorzitter,
mrs Vegter en Lauwaars als raadsheren,
en drs Boon en drs Van Iersel als raden,
in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2005.
Mr Lauwaars en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.