Parketnummer: 21-002178-05
Uitspraak d.d.: 13 februari 2006
TEGENSPRAAK
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te Almelo van
22 april 2005 in de strafzaak tegen
[Verdachte],
geboren te [plaats] op [datum],
wonende te [plaats], [straat].
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van
30 januari 2006 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I), na voorlezing aan het hof overgelegd, en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Omvang van het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting opgegeven dat het Openbaar Ministerie ter zake van het onder 4 sub A tenlastegelegde vrijspraak zal vorderen.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, vernietigen nu het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Nietigheid van de dagvaarding
Het hof is van oordeel dat de dagvaarding in eerste aanleg nietig is voor wat betreft de in het onder 4 tenlastegelegde voorkomende woorden: "een of meer (ander (e)) perso(o)n(en)" alsmede "een ander(en)". Deze onderdelen van de dagvaarding voldoen niet aan de eisen van voldoende individualisering die in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering zijn vervat, nu deze woorden te onbepaald zijn.
Aan verdachte is tenlastegelegd, na wijziging van de tenlastelegging, dat:
1
A
hij in of omstreeks de periode van 08 mei 1992 tot en met 1 januari 2000 te
Oldenzaal en/althans (elders) in het arrondissement Almelo, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van
(een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1],
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) zijn/hun penis en/of
(een) vinger(s) en/of een duim en/of een dildo althans een voorwerp, in de
anus van [slachtoffer 1] gestoken en/of geduwd en/of gebracht en/of [slachtoffer 1]
zijn penis en/of een dildo in de anus van hem, verdachte, en/of van zijn
mededader(s) laten brengen en/of zich door [ slachtoffer 1] laten aftrekken en/of
[slachtoffer 1], zijn, verdachtes, penis laten betasten en/of voelen
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens)
hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) een dominante en/of
bedreigende houding aannam(en) ten opzichte van [slachtoffer 1] en/althans als
volwassen man(nen) een fysiek en/of psychisch overwicht over [slachtoffer 1]
had(den) en/of [slachtoffer 1] stevig vastpakte(n) en/of [slachtoffer 1] vasthiel(den)
en/of [slachtoffer 1] geld gaf/gaven en/of tegen [slachtoffer 1] zei(den) dat hij zijn
mond moest houden (over voornoemde handelingen en/of (seksuele) gedragingen)
en (aldus) voor [slachtoffer 1] (telkens) een bedreigende situatie heeft/hebben
doen ontstaan;
B
hij in of omstreeks de periode van 08 mei 1992 tot en met 1 januari 2000 te
Oldenzaal en/althans (elders) in het arrondissement Almelo, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of
dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) hun/zijn penis en/of een dildo
en/of een duim en/of (een) vinger(s) althans een voorwerp, in de
anus van [slachtoffer 1] gestoken en/of geduwd en/of gebracht en/of [slachtoffer 1]
zijn penis en/of een dildo, althans een voorwerp, in de anus van hem, verdachte, en/of van zijn
mededader(s) laten steken en/of duwen en/of brengen en/of zich laten aftrekken door [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 1], zijn, verdachtes, penis laten betasten en/of voelen
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en)
hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) een dominante en/of
bedreigende houding aannam(en) ten opzichte van [slachtoffer 1] en/althans als
volwassen man(nen) een fysiek en/of psychisch overwicht over [slachtoffer 1]
had(den) en/of [slachtoffer 1] stevig vastpakte(n) en.of [slachtoffer 1] vasthiel(den)
en/of vroeg(en) aan [slachtoffer 1] of hij geld nodig had en [slachtoffer 1] geld gaf/gaven en/of tegen [slachtoffer 1] zei(den) dat hij zijn mond moest houden (over voornoemde handelingen en/of (seksuele) gedragingen) en (aldus) voor [slachtoffer 1] (telkens) een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan;
C
hij in of omstreeks de periode van 08 mei 1992 tot 08 mei 1994 te Oldenzaal en/althans
(elders) in het arrondissement Almelo,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
met [slachtoffer 1] geboren op [datum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft/hebben gepleegd,
(telkens) bestaande uit of mede bestaande uit het
seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1],
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) hun/zijn penis
en/of een dildo en/of een duim en/of (een) vinger(s),
althans een voorwerp, in de anus van [slachtoffer 1] gestoken en/of geduwd en/of
gebracht en/of zich laten aftrekken door [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 1] zijn penis en/of
dildo in de anus van hem, verdachte, en/of zijn mededader laten brengen.
D
hij in of omstreeks de periode van 08 mei 1992 tot 08 mei 1994 te Oldenzaal en/althans
(elders) in het arrondissement Almelo,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
met [slachtoffer 1] geboren op [datum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd en/of genoemde [slachtoffer 1] tot het plegen en/of dulden van (een) zodanige handeling(en) heeft verleid,
bestaande die ontuchtige handeling(en) (telkens) hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s)
(telkens) hun/zijn penis en/of een dildo en/of een duim en/of (een) vinger(s),
althans een voorwerp, in de anus van [slachtoffer 1] heeft/hebben gestoken en/of geduwd en/of
gebracht en/of zich heeft/hebben laten aftrekken door [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 1] zijn penis en/of dildo in de anus van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) laten brengen.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2001 tot en met 1 december 2001,
althans in of omstreeks de periode van 13 april 1999 tot 1 december 2001 te
Oldenzaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en)
bestaande uit het (met de/een hand(en) over de buik van [slachtoffer 2] naar
beneden gaan tot aan die broek van [slachtoffer 2] en/of open maken van de
knoopjes en/of de rits van de broek van [slachtoffer 2] en/of naar beneden
trekken van de broek en/of onderbroek van [slachtoffer 2] en/of vast pakken
en/of betasten en/of voelen en/of trekken van/aan de penis van[slachtoffer 2]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) /of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (met de hand(en)) over
de buik van[slachtoffer 2] naar beneden gaan tot aan de broek van
[slachtoffer 2] en/of naar beneden trekken van de broek en/of onderbroek van
[slachtoffer 2] en/of vastgrijpen van [slachtoffer 2] en/of optillen van die
[slachtoffer 2] en/of naar/in de keuken slepen van [slachtoffer 2] en/of voor een
(keuken)tafel zetten van [slachtoffer 2] en/of op een (keuken)tafel tillen van
[slachtoffer 2];
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 13 april 1999 tot en met 12 april 2001 te
Oldenzaal, met [slachtoffer 2], geboren [datum], die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige
handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het vastpakken en/of betasten
en/of voelen en/of trekken van/aan de penis van [slachtoffer 2].
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 1996 tot 1 september 2002 te
Oldenzaal en/althans (elders) in het arrondissement Almelo,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer afbeelding(en), te weten een of meerdere foto(s) en/of (andere) gegevensdragers van (een)
seksuele gedraging(en) (telkens) bevattende een of meerdere afbeelding(en) van
(een) seksuele gedraging(en),
heeft/hebben verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of of in voorraad heeft/hebben gehad, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en)
(telkens) iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet had
bereikt, is/was betrokken, welke vorenbedoelde seksuele gedraging(en) (onder meer) bestond(en) uit het volgende:
- (een) naakte jongen(s), die een erectie heeft/hebben, en/of andere (afgebeelde) seksuele gedragingen.
4.
A
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1997 tot en met 23 november 2004
te Oldenzaal en/of te Amsterdam, althans in Nederland,
aan een persoon genaamd [naam slachtoffer 1] en/of aan een persoon genaamd [naam medeverdachte} en/of aan een of meer (ander(e)) perso(o)n(en),
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten besmetting met het HIV-virus) heeft toegebracht
immers heeft/is hij, verdachte, opzettelijk, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) terwijl hij wist, dat hij besmet was met het HIV-virus,
-de penis van [slachtoffer 1] en/of [mededader] en/of die een of meer (ander(e)) perso(o)n(en)
onbeschermd in zijn, verdachtes, anus laten brengen/duwen, en/of (vervolgens) die/een ander(en) in hem laten klaarkomen,
en/of
- zijn penis onbeschermd in de anus van [slachtoffer 1] en/of [mededader] en/of die een of meer (ander(e)) perso(o)n(en) gebracht en/of geduwd en/of gehouden en/of (vervolgens) met zijn penis (heen en weer) bewogen en/of (vervolgens) in die anus klaargekomen, en/of
- een dildo, afkomstig uit zijn, verdachtes, anus, (meteen/vervolgens) in de anus van [slachtoffer 1] en/of [mededader] gebracht/geduwd en/of laten brengen/duwen
- en/of zijn vingers in de anus van [slachtoffer 1] en/of [mededader] gebracht en/of gehouden en/of bewogen.
B
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1997 tot en met 23 november 2004
te Oldenzaal en/of te Amsterdam, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon
genaamd [slachtoffer 1] en/of aan een persoon genaamd [mededader] en/of aan een of meer (ander(e)) perso(o)n(en),
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) terwijl hij wist, dat hij besmet was met het HIV-virus,
-de penis van [slachtoffer 1] en/of [mededader] en/of die een of meer (ander(e)) perso(o)n(en)
onbeschermd in zijn, verdachtes, anus laten brengen/duwen, en/of (vervolgens) die/een ander(en) in hem laten klaarkomen,
en/of
- zijn penis onbeschermd in de anus van [slachtoffer 1] en/of [mededader] en/of die een of meer (ander(e)) perso(o)n(en) gebracht en/of geduwd en/of gehouden en/of (vervolgens) met zijn penis (heen en weer) bewogen en/of (vervolgens) in die anus klaarkomen, en/of
- een dildo, afkomstig uit zijn, verdachtes, anus, (meteen/vervolgens) in de anus van [slachtoffer 1] en/of [mededader] en/of die een of meer (ander(e)) perso(o)n(en)
gebracht/geduwd en/of laten brengen/duwen,
- en/of zijn vingers in de anus van [slachtoffer 1] en/of [mededader] gebracht en/of gehouden en/of bewogen.
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen, dat verdachte het onder 1 sub C, 1 sub D, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 1 sub C en het onder 1 sub D tenlastegelegde overweegt het hof het volgende. Mede gelet op de door zowel [slachtoffer 1] als [mededader] afgelegde en steeds wisselende verklaringen omtrent de vraag op welke leeftijd de seksuele handelingen tussen [slachtoffer 1], [mededader] en verdachte zouden zijn begonnen, acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat de hier vermelde ontuchtige handelingen zijn gepleegd in de periode dat [slachtoffer 1] toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt.
Met betrekking tot het onder 3 tenlastegelegde acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte (al dan niet in vereniging) een of meer foto's en/of andere gegevensdragers van seksuele gedragingen heeft verspreid, vervaardigd, ingevoerd, uitgevoerd of in voorraad heeft gehad, met afbeeldingen waarbij personen die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, betrokken zijn. Het hof overweegt hieromtrent het volgende. [Slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij bij verdachte een fotomap heeft gezien met daarop afgebeeld naakte jongens. Volgens [mededader] zou verdachte foto's hebben laten zien van naakte jongens van vijftien of zestien jaar oud. [Getuige 1] heeft verklaard dat hij bij verdachte een videoband heeft gezien, waarop kinderen van ongeveer 10 à 11 jaar op een seksuele manier aan elkaar zouden zitten. Nu in de woning van verdachte geen fotomapjes of dergelijke videobanden zijn aangetroffen, kan het hof niet nagaan of het hier om afbeeldingen gaat van seksuele gedragingen waarbij personen die kennelijk de leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt betrokken zijn. Wat betreft de foto op pagina 245 van het dossier: er kan niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat het hier gaat om een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt. Bij deze stand van zaken behoort verdachte te worden vrijgesproken van het onder 3 tenlastegelegde.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde feit overweegt het hof het volgende.
De huisarts heeft op 15 januari 1998 de diagnose HIV besmet (seropositief) bij verdachte gesteld. Op 24 februari 1998 is verdachte gestart met een combinatie antiretrovirale therapie. Dr. Chr. H.H. ten Napel, internist verbonden aan het Medisch Spectrum Twente te Enschede heeft in zijn brief van 15 december 2004 aangegeven dat de gebruikte behandeling binnen 12-16 weken geacht moet worden het bloedplasma van verdachte HIV-vrij te maken. Verdachte zou sinds 12-16 weken na zijn behandelingsbegin niet meer besmettelijk zijn geweest via bloedoverdracht of overdracht van lichaamsvocht gemengd met bloed. M. Evers, arts Forensische Geneeskunde bij de GGD regio Twente geeft in zijn brief van 15 februari 2005 aan dat, in het geval de behandeling aanslaat, het aantal virusdeeltjes in het bloed (de zogenaamde virus load) na 12-16 weken beneden een bepaalde waarde daalt en dan met de huidige detectie technieken niet meer aantoonbaar is. In het algemeen wordt het bloed volgens hem minder besmettelijk als de viral load daalt.
Voor wat betreft de tenlastegelegde periode van 1 januari 1997 tot en met de vaststelling van de diagnose half januari 1998 acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer 1] en [mededader] door de tenlastegelegde seksuele gedragingen met het HIV-virus besmet zouden raken, aangezien verdachte in deze periode nog niet op de hoogte was van zijn besmetting met het HIV-virus.
Ten aanzien van de periode van het begin van de behandeling tot zestien weken erna, derhalve van 24 februari 1998 tot eind juni 1998, is onvoldoende komen vast te staan dat verdachte in deze bewuste periode de tenlastegelegde seksuele gedragingen met [mededader] en [slachtoffer 2] zou hebben verricht.
Voor wat betreft de periode van eind juni 1998, zijnde zestien weken na het starten met de combinatie antiretrovirale therapie, tot en met 23 november 2004 overweegt het hof het volgende. Verdachte is behandeld door voornoemde dr. Ten Napel. Volgens verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg was hij na circa 8-12 weken HIV-vrij en zou hem altijd zijn gezegd dat hij niemand kon besmetten. Gelet op de hiervoor aangehaalde verklaring van dr. Ten Napel is dat laatste aannemelijk geworden. Daarmee moet worden aangenomen dat, zo er ondanks de behandeling mede door hem verweten gedragingen naar algemene ervaringsregels al een aanmerkelijke kans bestond dat verdachte [mededader] en [slachtoffer 1] met het HIV-virus zou besmetten, verdachte zich daarvan in die periode niet bewust was.
Het bovenstaande leidt ertoe dat verdachte van het onder 4 tenlastegelegde geheel dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 1 sub A en sub B en feit 2
De raadsman heeft ter terechtzitting overeenkomstig zijn pleitnota betoogd dat er twijfels bestaan ten aanzien van de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangevers [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2]. Hij heeft hiertoe -kort samengevat- het volgende aangevoerd. Volgens hem bestaan over data, frequentie en aard van de seksuele handeling in de diverse verklaringen van [slachtoffer 1] zoveel verschillen, dat zijn verklaringen als onbetrouwbaar en niet geloofwaardig bestempeld dienen te worden. Ook heeft hij gewezen op het tijdsverloop tussen feit en aangifte door [slachtoffer 1]. Dit tijdsverloop doet volgens hem in ernstige mate afbreuk aan de betrouwbaarheid van de aangifte. In de verklaringen van [slachtoffer 2] bestaan volgens hem ook een aantal verschillen, waaronder wie aan zijn penis heeft gezeten, zodat deze verklaringen eveneens als onbetrouwbaar dienen te worden beschouwd. Aangevers zouden voor de valse beschuldigingen een financieel motief hebben gehad. Naar het oordeel van de raadsman dient verdachte te worden vrijgesproken van het onder 1 sub A, 1 sub B en 2 tenlastegelegde.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Anders dan de verdediging acht het hof de door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] afgelegde verklaringen geloofwaardig en betrouwbaar op de punten die het hof heeft bewezenverklaard. Weliswaar zijn de door hen afgelegde verklaringen omtrent de jegens hun aangedane seksuele handelingen niet volstrekt eensluidend, maar naar het oordeel van het hof verschillen deze verklaringen niet wezenlijk van elkaar.
De door [slachtoffer 1] afgelegde verklaringen worden op diverse wezenlijke punten ondersteund door de verklaringen, die mededader [naam mededader] heeft afgelegd. Het tijdsverloop tussen het feit en de aangifte door [slachtoffer 1] is begrijpelijk, nu hij niet eigener beweging, doch op verzoek van de politie is uitgenodigd een verklaring af te leggen.
De door [slachtoffer 2] beschreven gebeurtenissen in de keuken van verdachte worden -grotendeels- door de door mededader [naam mededader] tegenover de rechtbank afgelegde verklaring ondersteund.
De door voornoemde personen afgelegde verklaringen komen authentiek over.
Dat aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] vanwege financiële motieven verdachte vals zouden beschuldigen, is niet aannemelijk geworden.
Gelet op bovenstaande zijn naar het oordeel van het hof de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] betrouwbaar.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 onder A en B en het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1
A
hij in de periode van 08 mei 1992 tot en met 1 januari 2000 te Oldenzaal, tezamen en in vereniging met een ander, door geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1] hebbende verdachte een dildo in de anus van [slachtoffer 1] gebracht en zich door [slachtoffer 1] laten aftrekken en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden hierin dat verdachte en zijn mededader een dominante houding aannamen ten opzichte van [slachtoffer 1] en als volwassen mannen een fysiek en psychisch overwicht over [slachtoffer 1] hadden en [slachtoffer 1] vasthielden
B
hij in de periode van 08 mei 1992 tot en met 1 januari 2000 te Oldenzaal tezamen en in vereniging met een ander door geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handeling(en), hebbende verdachte een dildo in de anus van [slachtoffer 1] gebracht en zich laten aftrekken door [slachtoffer 1] en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden hierin dat verdachte en zijn mededader een dominante houding aannamen ten opzichte van [slachtoffer 1] en als volwassen mannen een fysiek en psychisch overwicht over [slachtoffer 1] hadden en [slachtoffer 1] stevig vastpakten en [slachtoffer 1] vasthielden.
2.
hij in de periode van 1 mei 2001 tot en met 1 december 2001, te Oldenzaal, tezamen en in vereniging met een ander door geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het open maken van de knoopjes en de rits van de broek van [slachtoffer 2] en naar beneden trekken van de broek van [slachtoffer 2] en betasten en voelen van/aan de penis van die [slachtoffer 2] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhed(en) uit het vastgrijpen van [slachtoffer 2] en optillen van
[slachtoffer 2] en op een keukentafel tillen van [slachtoffer 2].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven
ten aanzien van het onder 1 onder A bewezenverklaarde:
Medeplegen van:
Verkrachting
ten aanzien van het onder 1 onder B bewezenverklaarde:
Medeplegen van feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
ten aanzien van het onder 2 primair bewezenverklaarde:
Medeplegen van feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Nadere overweging met betrekking tot de kwalificatie van het onder 1 sub A en 1 sub B bewezenverklaarde
Het hof is van oordeel dat ten aanzien van de onder 1 sub A en sub B bewezenverklaarde feiten sprake is van eendaadse samenloop in de zin van artikel 55, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht. Het onder 1 sub A bewezenverklaarde feit levert door de omstandigheden waaronder het wordt gepleegd en waarvan het vergezeld gaat tevens het onder 1 sub B bewezenverklaarde op. Bovendien is er sprake van eenheid van tijd en plaats. Het hof zal derhalve de strafbepaling toepassen, waarbij de zwaarste hoofdstraf is gesteld.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
Het hof acht -anders dan de advocaat-generaal- na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden.
Verdachte heeft samen met zijn mededader een jonge jongen verkracht. Hij heeft een dildo in de anus van die jongen geduwd en zich door die jongen laten aftrekken. Daarnaast heeft verdachte met die ander ontuchtige handelingen met een andere jongen gepleegd. De mededader verrichtte het tuinonderhoud voor verdachte. De betrokken jongens hielpen mee in de tuin van verdachte. De seksuele handelingen hebben plaatsgevonden in een kwetsbare levensfase van deze jongens. Verdachte heeft misbruik gemaakt van de afhankelijkheidspositie waarin de jongens via zijn tuinman tot hem stonden. Hij heeft eveneens misbruik gemaakt van het fysieke en psychische overwicht dat hij op de jonge jongens had.
Door te handelen als voormeld heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van deze jongens. Verdachte heeft zich slechts laten leiden door zijn eigen (seksuele) driften, zonder zich te bekommeren om de gevolgen voor de slachtoffers. Naar de ervaring leert, ondervinden slachtoffers nog langdurig psychische gevolgen van feiten als door de verdachte en zijn mededader gepleegd.
Bij het opleggen van de straf heeft het hof ten voordele van verdachte rekening gehouden met de omstandigheid dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten met justitie in aanraking is geweest.
Alle omstandigheden in aanmerking nemend acht het hof een -deels voorwaardelijke- gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 55, 57, 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.
Vernietigt het vonnis en doet opnieuw recht:
Verklaart de dagvaarding in eerste aanleg nietig voor wat betreft de in het onder 4 sub B tenlastegelegde voorkomende woorden: "een of meer (ander (e)) perso(o)n(en)" alsmede "een ander(en)".
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 sub C, 1 sub D, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen, dat verdachte het onder 1 sub A en sub B en het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 5 (vijf) maanden, niet zal worden ten uitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door
mr M.E.TH. Luikinga, voorzitter,
mr P.C. Vegter en mr C.M. Hilverda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr N.M.H. van Ek, griffier,
en op 13 februari 2006 ter openbare terechtzitting uitgesproken.