ECLI:NL:GHARN:2006:AV2062
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Vegter
- mrs. Lensing
- mrs. Lauwaars
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling na beoordeling van recidivegevaar en psychische stoornis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 20 februari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 30 juni 2005, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar had verlengd. Het hof oordeelt dat de beslissing van de rechtbank moet worden vernietigd, omdat het hof nieuwe stukken en verklaringen van getuige-deskundigen in zijn overwegingen meeneemt. Het hof wijst verzoeken tot aanhouding af, onder andere omdat de deskundige Winters zelfstandig een risicotaxatie had kunnen uitvoeren en er geen relevante motieven zijn voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De deskundige Winter's rapportage wordt als onvoldoende onderbouwd beschouwd in vergelijking met het verlengingsadvies van de Dr Henri van der Hoevenkliniek, die de betrokkene gedurende enkele maanden heeft geobserveerd.
Het hof concludeert dat de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die op 4 juli 1995 is ingegaan, meer dan tien jaar heeft geduurd. Bij de beslissing tot verlenging wordt rekening gehouden met de ernst van het delict, de aard van de psychische stoornis van de betrokkene en het actuele recidivegevaar. Het hof stelt vast dat de kans op recidive groot is bij beëindiging van de terbeschikkingstelling, en dat de betrokkene geen zelfinzicht heeft. Gezien het onverminderd aanwezige delictgevaar en de noodzaak voor langdurige zorg en begeleiding, is het hof van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gerechtvaardigd is. De beslissing van het hof houdt ook in dat er over twee jaar een zesjaarsverlenging kan plaatsvinden, waarbij onafhankelijke deskundigen rapportages zullen opstellen.