ECLI:NL:GHARN:2006:AV4644

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
PIJ 253/05
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Vegter
  • A. Verheugt
  • L. Lauwaars
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen na positieve gedragsontwikkelingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 maart 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Amsterdam van 7 november 2005, die de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen had verlengd met een jaar. Het hof heeft de positieve ontwikkelingen in het gedrag van de betrokkene erkend, maar oordeelt dat het delictgevaar nog niet tot een aanvaardbaar niveau is gereduceerd. De betrokkene, die inmiddels fulltime werkt bij een makelaarskantoor, heeft onbegeleid verlof en er wordt toegewerkt naar proefverlof. Echter, de samenwerking met de groepsleiding en behandelaars blijft een knelpunt. Het hof concludeert dat er nog enige tijd nodig is om te bezien of de positieve ontwikkelingen zich doorzetten. Daarom is een verlenging van de maatregel met een jaar geïndiceerd, in het belang van de verdere ontwikkeling van de jeugdige. Het subsidiaire verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de maatregel is afgewezen, aangezien de wet deze mogelijkheid niet biedt. De beslissing van de rechtbank is vernietigd en de maatregel is verlengd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
PIJ 2005\253
Beslissing d.d. 13 maart 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[PIJ-gestelde],
geboren te [geboortdeplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Amsterdam van 7 november 2005, houdende verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met een termijn van een jaar.
Overwegingen:
[-] Het hof dient de beslissing van de rechtbank te vernietigen, daar het recht zal doen mede op grond van nieuwe stukken.
[-] In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen eist.
Het hof onderkent de positieve ontwikkelingen in het gedrag van betrokkene. Betrokkene werkt nu fulltime bij een makelaarskantoor en het gaat goed met hem. Op dit moment wordt de structuur mede geboden door De Doggershoek. Het is in het belang van betrokkene om het traject gefaseerd af te ronden. Betrokkene heeft inmiddels onbegeleid verlof en er dient te worden toegewerkt naar proefverlof. Een knelpunt in de begeleiding van betrokkene blijft echter dat betrokkene niet wil samenwerken met groepsleiding en behandelaars. Het hof acht het delictgevaar nog niet gereduceerd tot een zodanig aanvaardbaar niveau dat voor verlenging van de maatregel onvoldoende grond is. Tevens is het hof van oordeel dat nog enige tijd nodig is, teneinde te bezien of de positieve ontwikkelingen beklijven.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat een verlenging van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van een jaar geïndiceerd is en dat een dergelijke verlenging in het belang is van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de jeugdige.
Het subsidiaire verzoek tot voorwaardelijke beëindiging dient reeds te worden afgewezen nu de wet deze modaliteit niet kent.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Amsterdam van 7 november 2005 met betrekking tot de betrokkene.
Verlengt de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met een termijn van een jaar.
Aldus gedaan door
mr Vegter als voorzitter,
mrs Verheugt en Lauwaars als raadsheren,
en drs Schaap en drs Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2006.
Mr Lauwaars en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.