ECLI:NL:GHARN:2006:AV4646

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
TBS 191/05
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Vegter
  • A. Verheugt
  • L. Lauwaars
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling na agressief incident en verslavingsproblematiek

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 maart 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Utrecht van 16 augustus 2005, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar had verlengd. Het hof oordeelt dat de beslissing van de rechtbank dient te worden vernietigd, mede op basis van nieuwe stukken. Het verzoek tot aanhouding voor een rapportage door de reclassering over de resocialisatie van de betrokkene wordt afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn gesteld die dit rechtvaardigen. Het hof is van mening dat het voldoende is voorgelicht om een beslissing te nemen.

Het hof heeft de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die sinds 3 augustus 1997 onder deze maatregel valt, met een jaar verlengd. Dit besluit is genomen na een zorgvuldige afweging van de belangen van de betrokkene en de maatschappij. Het hof benadrukt dat het tijdsverloop in relatie tot de ernst van het delict, de aard van de stoornis en het actuele recidivegevaar in aanmerking moet worden genomen. De betrokkene heeft een gemengde persoonlijkheidsstoornis en een ernstige verslavingsproblematiek, wat de kans op recidive vergroot.

Het hof wijst op een recent agressief incident in de kliniek en concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk maken. De betrokkene heeft aangegeven graag in een verslavingskliniek te worden geplaatst om zijn problemen aan te pakken. Het hof is van oordeel dat een verlenging van een jaar is geïndiceerd, om de kliniek te stimuleren de behandelingsmogelijkheden voor de betrokkene te onderzoeken. Deze beslissing biedt de betrokkene een perspectief op behandeling en herstel.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2005\191
Beslissing d.d. 13 maart 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
verblijvende in [verblijfplaats]
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Utrecht van 16 augustus 2005, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
[-] Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het recht zal doen mede op grond van nieuwe stukken.
[-] De terbeschikkingstelling van betrokkene is ingegaan op 3 augustus 1997 en loopt dus thans meer dan acht jaren. Dit tijdsverloop in relatie tot de ernst van het delict waarvoor de terbeschikkingstelling is opgelegd (ter zake van poging tot diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen) moet mede in aanmerking worden genomen bij de verlengingsbeslissing.
Het hof is van oordeel dat bij een afweging tussen de belangen van de terbeschikkinggestelde en van de maatschappij naar mate de maatregel van terbeschikkingstelling langer duurt het belang van de terbeschikkinggestelde steeds zwaarder dient te wegen. Het tijdsverloop dient niet alleen te worden beschouwd in het perspectief van de ernst van het delict, maar tevens moeten de aard van de stoornis en het actuele recidivegevaar in aanmerking worden genomen. Uit het verlengingsadvies van 3 juni 2005 volgt dat bij betrokkene sprake is van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met borderline, antisociale en narcistische kenmerken alsmede forse verslavingsproblematiek. De kans op recidive bij beëindiging van de terbeschikkingstelling wordt groot geacht. Het hof neemt hierbij voorts nog in aanmerking dat er eind 2005 sprake is geweest van een agressief incident in de kliniek.
Gelet op het bovenstaande is een verlenging van de terbeschikkingstelling, zoals in de hierna te vermelden beslissing is vervat, aangewezen.
[-] Het verzoek tot aanhouding teneinde door reclassering rapportage op te laten maken met betrekking tot de resocialisatie van betrokkene wordt afgewezen, nu bijzondere omstandigheden die tot deze nadere rapportage nopen zijn gesteld noch gebleken. Overigens acht het hof zich voldoende voorgelicht.
[-] In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Uit het verlengingsadvies van 3 juni 2005 blijkt dat de drugsverslaving van betrokkene nog steeds een dominant probleem is. Ter terechtzitting heeft betrokkene naar voren gebracht graag in een verslavingskliniek te worden geplaatst, om aan zijn drugsproblematiek en de daarmee in verband staande agressie te werken. De complexe relatie tussen betrokkenes agressie en zijn drugsverslaving dient gespecialiseerd te worden behandeld.
Het hof is, anders dan de advocaat-generaal, van oordeel dat een verlenging met een termijn van een jaar is geïndiceerd, mede gelet op de proportionaliteit en teneinde de kliniek aan te zetten tot het onderzoeken van de mogelijkheden met betrekking tot behandeling van betrokkene in een verslavingskliniek, zodat op deze manier aan betrokkene een perspectief kan worden geboden.
Beslissing:
Het hof:
Wijst af het verzoek tot aanhouding.
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Utrecht van 16 augustus 2005 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Aldus gedaan door
mr Vegter als voorzitter,
mrs Verheugt en Lauwaars als raadsheren,
en drs Schaap en drs Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2006.
Mr Lauwaars en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.