ECLI:NL:GHARN:2006:AV4648
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Verheugt
- A. Vegter
- L. Lauwaars
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van terbeschikkingstelling na positieve evaluatie van de situatie van de betrokkene
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 maart 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Almelo van 18 oktober 2005, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met een jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd, omdat deze niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twee maanden na de indiening van de verlengingsvordering door de officier van justitie had beslist. Het hof heeft daarbij nieuwe stukken en de verklaring van de getuige-deskundige in overweging genomen.
De getuige-deskundige, Strietman, heeft verklaard dat de betrokkene zich in een positieve situatie bevindt. Hij woont zelfstandig, heeft een sociaal netwerk opgebouwd en zijn studie verloopt goed. Er zijn stabiliserende factoren aanwezig, zoals een dagbesteding en een woning, en er hebben zich geen incidenten voorgedaan. De deskundige heeft aangegeven dat er geen significante risicofactoren meer zijn en dat het niet uitgesloten kan worden dat beëindiging van de terbeschikkingstelling op dit moment geadviseerd zou worden.
Het hof concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid niet langer een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De vordering van de officier van justitie wordt afgewezen en de terbeschikkingstelling van de betrokkene wordt beëindigd. De uitspraak is gedaan door een kamer van het hof, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.