ECLI:NL:GHARN:2006:AV4648

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
TBS 230/05
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Verheugt
  • A. Vegter
  • L. Lauwaars
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van terbeschikkingstelling na positieve evaluatie van de situatie van de betrokkene

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 maart 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Almelo van 18 oktober 2005, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met een jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd, omdat deze niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twee maanden na de indiening van de verlengingsvordering door de officier van justitie had beslist. Het hof heeft daarbij nieuwe stukken en de verklaring van de getuige-deskundige in overweging genomen.

De getuige-deskundige, Strietman, heeft verklaard dat de betrokkene zich in een positieve situatie bevindt. Hij woont zelfstandig, heeft een sociaal netwerk opgebouwd en zijn studie verloopt goed. Er zijn stabiliserende factoren aanwezig, zoals een dagbesteding en een woning, en er hebben zich geen incidenten voorgedaan. De deskundige heeft aangegeven dat er geen significante risicofactoren meer zijn en dat het niet uitgesloten kan worden dat beëindiging van de terbeschikkingstelling op dit moment geadviseerd zou worden.

Het hof concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid niet langer een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De vordering van de officier van justitie wordt afgewezen en de terbeschikkingstelling van de betrokkene wordt beëindigd. De uitspraak is gedaan door een kamer van het hof, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2005\230
Beslissing d.d. 13 maart 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
onder gezag van [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Almelo van 18 oktober 2005, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Overwegingen:
[-] Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, gelet op artikel 509t, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, aangezien de rechtbank niet binnen twee maanden na het indienen van de verlengingsvordering van de officier van justitie haar beslissing heeft genomen en gelet op het feit dat het hof recht zal doen mede op grond van nieuwe stukken en hetgeen de getuige-deskundige ter terechtzitting heeft verklaard en het tot een andere beslissing komt.
[-] Evenals de advocaat-generaal en de raadsman van betrokkene, is het hof van oordeel dat, in het bijzonder gelet op hetgeen de getuige-deskundige in raadkamer heeft verklaard, de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Het gaat goed met betrokkene. Hij woont zelfstandig en heeft een sociaal netwerk. Zijn studie gaat goed en hij begeleidt andere studenten. Stabiliserende factoren als dagbesteding en woning zijn gerealiseerd. Er hebben zich geen incidenten voorgedaan. De getuige-deskundige Strietman heeft ter terechtzitting van het hof verklaard dat het niet uitgesloten kan worden dat op dit moment beëindiging van de terbeschikkingstelling zou worden geadviseerd door de kliniek en dat hij zich kan vinden in beëindiging van de maatregel door het hof. Uit hetgeen de getuige-deskundige Strietman ter terechtzitting heeft verklaard, volgt dat er thans bij betrokkene geen significante risicofactoren meer aantoonbaar zijn en dat de huidige situatie de kans klein maakt dat betrokkene weer in een neerwaartse spiraal terecht zal komen. Het hof heeft vernomen van de gesprekken van betrokkene met de seksuoloog Lunssen. Het is in het belang van betrokkene dat hij dit contact ook daadwerkelijk zal voortzetten.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling eist, dat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen en dat de terbeschikkingstelling dient te worden beëindigd.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Almelo van 18 oktober 2005 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Wijst af de vordering van de officier van justitie.
Aldus gedaan door
mr Verheugt als voorzitter,
mrs Vegter en Lauwaars als raadsheren,
en drs Schaap en drs Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2006.
Mr Lauwaars en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.