ECLI:NL:GHARN:2006:AV8608
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.B.H. Röben
- M. Matthijssen
- Prof. dr. A. Zwemmer
- Rechtspraak.nl
Bezwaren tegen aanslag inkomstenbelasting door zoon van Ambonese ex-KNIL-militair
In deze zaak gaat het om het beroep van X, de zoon van een Ambonese ex-K.N.I.L.-militair, tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst/P inzake de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2002. De aanslag, gedateerd op 3 januari 2004, is vastgesteld op een belastbaar inkomen van € 31.033, met een verschuldigd bedrag aan inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van € 9.386, na verrekening van voorheffingen. De Inspecteur handhaafde de aanslag bij uitspraak van 24 maart 2004, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof Arnhem op 23 april 2004.
Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende belastingplichtig is in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 en dat de aanslag correct is opgelegd. Belanghebbende betoogde dat de aanslag niet door hem, maar door de Nederlandse regering betaald zou moeten worden, omdat zijn vader als ex-K.N.I.L.-militair recht zou hebben op een uitkering. Het Hof oordeelde dat het beroep ongegrond is, aangezien belanghebbende niet betwistte dat de aanslag juist was vastgesteld. Het Hof merkte op dat er geen wettelijke basis is voor de door belanghebbende bepleite mogelijkheid om de belastingheffing niet te voldoen vanwege een vordering op de overheid van een andere aard.
De uitspraak werd gedaan op 20 maart 2006 door de voorzitter, mr. Röben, en raadsheren mr. Matthijssen en prof. dr. Zwemmer. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond en vond geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.