ECLI:NL:GHARN:2006:AW2330

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
14 april 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\007
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Lensing
  • Vegter
  • Van der Herberg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling na hoog ingeschat risico op gewelddadig gedrag

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 april 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Groningen van 23 november 2005, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar had verlengd. Het hof oordeelt dat het risico van toekomstig gewelddadig (seksueel) gedrag hoog is en dat de resultaten van de behandeling tot nu toe onvoldoende zijn. De kliniek heeft aangegeven dat de huidige situatie het hoogst haalbare is en heeft een aanvraag tot longstayplaatsing ingediend. De onafhankelijke deskundigen hebben echter geadviseerd dat overplaatsing naar een longstayafdeling mogelijk prematuur is, gezien het feit dat de betrokkene pas een jaar in de kliniek verblijft en er nog geen serieuze poging tot resocialisatie is ondernomen. Het hof concludeert dat, ongeacht het te volgen traject, het niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zijn voor beëindiging van de terbeschikkingstelling. Gezien de ernst van de problematiek en het aanhoudende delictgevaar, is het hof van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gerechtvaardigd is. De beslissing van de rechtbank wordt vernietigd, en de verzoeken tot aanhouding worden afgewezen. De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen vereisen deze verlenging.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\007
Beslissing d.d. 14 april 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaast].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Groningen van 23 november 2005, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het recht zal doen mede op grond van nieuwe stukken.
Het verzoek tot aanhouding teneinde betrokkene te laten onderzoeken in het Pieter Baan Centrum wordt afgewezen, aangezien het hof zich op grond van de thans voorliggende rapportages omtrent de behandel- en resocialisatiemogelijkheden voldoende voorgelicht acht.
In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat. Uit het verlengingsadvies en de rapportages van de onafhankelijke deskundigen volgt dat bij betrokkene sprake is van een ernstige persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en borderline kenmerken. Tevens is er sprake van pedofilie. Het risico van toekomstig gewelddadig (seksueel) gedrag wordt hoog ingeschat. De resultaten van de behandeling zijn niet voldoende. Er is geen verbetering of verandering waargenomen. De kliniek acht de huidige situatie het hoogst haalbare en heeft dan ook een aanvraag tot longstayplaatsing ingediend. Psychiater Canton concludeert dat er duidelijke grenzen zijn aan de behandelbaarheid van betrokkene. Een eventuele resocialisatie kan alleen plaatsvinden in een zeer langzaam tempo en onder strikt toezicht. Evenals Canton acht psycholoog Van Rens overplaatsing naar een longstayafdeling mogelijk prematuur, gezien het feit dat betrokkene slechts een jaar in De Kijvelanden verblijft en er nog geen serieuze poging tot resocialisatie is ondernomen. In ieder geval zal er ook volgens de deskundigen sprake zijn van een te verwachten langdurig traject, waarbij blijvende en intensieve bemoeienis vanuit de kliniek is vereist.
Het hof stelt vast dat, ongeacht welk traject zal worden gevolgd, het niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen. Gelet op de ernst van de problematiek, het onverminderd aanwezige delictgevaar en het feit dat betrokkene nog langdurig zorg, structuur en begeleiding nodig heeft, is het hof van oordeel dat een verlenging met een termijn van twee jaar is geïndiceerd.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Groningen van 23 november 2005 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Wijst af de verzoeken tot aanhouding.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Aldus gedaan door
mr Lensing als voorzitter,
mrs Vegter en Van der Herberg als raadsheren,
en drs Boon en drs Van Kordelaar als raden,
in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2006.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.